De masterclass was nog onderdeel van het Keep an Eye Filmacademie Festival 2012 en werd op vrijdag 8 maart jongstleden in de projectiezaal van de Filmacademie gegeven.
Janus Metz Pedersen over ARMADILLO
Oog in oog
De Deense regisseur Janus Metz Pedersen (36) was niet uit op het maken van breaking news, zijn Afghanistan-documentaire armadillo werd het wel.
Na de première van armadillo in Cannes sprongen journalisten in zijn thuisland er als hongerige wolven bovenop. Ze waren vooral geïnteresseerd in de beelden van een gevechtsactie waarin Deense soldaten vijf Talibanstrijders doden. "Ze verweten ons de persvrijheid te schenden, als we het materiaal niet zouden vrijgeven. Maar wij wilden niet dat de media de soldaten als moordenaars zouden afschilderen. Dat had de complexiteit van ons verhaal in één klap teniet gedaan." Metz zorgde er daarom voor dat journalisten zo snel mogelijk de volledige film te zien kregen. Daarop ontplofte de bom alsnog. "De film genereerde in korte tijd meer nieuwsartikelen en journaalitems dan de hele oorlog in al die jaren ervoor. Hij gaf stof voor kritische vragen, waardoor er een open debat op gang kwam."
Eigenlijk is het ironisch: dat een nadrukkelijk niet-politieke film tot zoveel politieke ophef leidt. Metz Pedersen houdt zich verre van de regeringsleiders en generaals die verantwoordelijkheid dragen voor de militaire interventie. In plaats daarvan brengt hij het Afghanistan-conflict terug tot het persoonlijke niveau. Hij richt zich volledig op de oorlogservaringen van de jonge Deense soldaten. "Ik vond hun psychologische toestand interessant. Hoe ze een schakel in hun hoofd omzetten waardoor ze in staat zijn om andere mensen te doden."
Metz Pedersen en zijn cameraman Lars Skree kregen in 2008 toestemming om embedded te gaan bij een peloton Deense soldaten, voor een periode van in totaal acht maanden. "We hadden eigenlijk maar één argument. Namelijk dat een documentaire de kloof met de bevolking kon overbruggen. We zijn van begin af aan eerlijk geweest tegen het leger. We wilden een evenwichtig beeld geven van wat er speelt in Afghanistan. Dus geen pr-achtige verhalen over het brengen van vrede en het bouwen van meisjesscholen."
Metz Pedersen wilde per se de gevaarlijke patrouilles over de stoffige, bloedhete vlaktes filmen, en dus was een intensieve training vereist. "De vuurgevechten waren een uitdaging. We moesten onszelf in leven zien te houden én de actie vastleggen."
Uit praktisch oogpunt nam Metz Pedersen, behalve twee camera's voor hem en Skree, vier helmcameraatjes mee naar Afghanistan. "Ik wilde er zeker van kunnen zijn dat ik ook in chaotische situaties goed beeldmateriaal zou krijgen. Pas in de montage merkte ik dat deze beelden filmisch ook heel sterk werken. Ze laten het directe perspectief van de soldaten zien. Je ziet hoe ze ineens oog in oog staan met een vijand of met een Afghaanse familie."
De kijker kan zich hierdoor beter met de actie identificeren, hoopt Metz Pedersen. "Het deed mij denken aan die first person shooter computerspelletjes. Je staat letterlijk in de schoenen van de soldaten. Dat is ook het verschil tussen een portret van soldaten die vertellen over hoe het in Afghanistan is, en een ervaringsfilm die over probeert te brengen hoe het voor soldaten voelt om in Afghanistan te zijn.
"Ik weet ook nog steeds niet hoe ik de vijf Taliban-doden moet duiden", vervolgt Metz Pedersen. "Was het een onnodige liquidatie, en dus een misdaad? Of een noodzakelijke militaire ingreep omdat de Deense soldaten anders zelf in gevaar waren gekomen? Ik had op zoek kunnen gaan naar bewijs voor of tegen hen, maar vraag me af of dat me dichter bij de waarheid had gebracht. En dan nog. Je kunt de soldaten wel verantwoordelijk houden voor hun acties, maar ze worden ook in een situatie geduwd waarin het moeilijk handelen is. Ze veranderen van beschaafde mensen in een soort oorlogshonden. Ze worden gedehumaniseerd. Maar misschien dat we juist daar de kern vinden van wat menselijkheid is."
Niels Bakker
De Filmkrant sprak Janus Metz Pedersen op IDFA