Volg de Young Desigers (Grant): < TERUG VERDER >
NAAR ALLE BERICHTEN >
"Want jonge ontwerpers hebben het echt heel lastig. Het is echt sappelen in het begin, zelfs voor de meest talentvolle ontwerpers.”
“Alles om ons heen wordt ontworpen, zeker in Nederland. Zelfs onze natuur is bedacht. Echt goed design begint bij de gebruiker. Van een handige app tot een omgeving. Aan designers de taak onderzoek te doen naar hoe wij ons gedragen. Een goed voorbeeld is Philips Health Care waar ze manieren bedenken om door middel van vorm, licht en geluid mensen een prettigere ervaring in de gezondheidszorg te geven, waardoor je uiteindelijk weer een beter resultaat krijgt. Zoals de MRI scan. Voor veel mensen is dat een nare en soms zelfs traumatische ervaring.
Door niet alleen na te denken over een beter apparaat, maar vooral een betere ‘ervaring’ te ‘herontwerpen’ kun je de scan uiteindelijk beter maken. Dat is een andere manier van denken.”
Toch, als je om je heen kijkt zie je dat niet alles even goed ontworpen is…
“Het gaat heel vaak mis. Vooral als er een aanname gedaan wordt door de ontwerper. Als het product dan op de markt komt blijkt dat niemand er op zit te wachten. Zo had mijn moeder een telefoon speciaal voor ouderen gekocht. Dat apparaat was echt een drama. Een veel te ingewikkeld besturingssysteem, slecht scherm, weinig grip. We hebben weken geoefend en zelfs toen lukte het nog niet.”
Hoe pak je het wel aan?
“Een goede ontwerper besteedt veel tijd aan het eerste onderzoekende stadium. Hij bedenkt en bouwt eerst een prototype. Kijkt wat er gebeurt. Verandert het prototype en kijkt weer wat er gebeurt. Zo kun je in een vroege fase ontdekken of iets wel of niet werkt. En dat hoeft helemaal niet duur te zijn.
Ik zag twee ontwerpers die een prototype mobiel van karton hadden gemaakt. Het beeldscherm hadden ze getekend. Ontwerpers zijn vaak goede knutselaars.”
Lopend langs de eindexamenwerken van de Design Academie valt op dat veel designers de wereld willen verbeteren…
“Deze generatie is enorm betrokken met de wereld om hen heen. Ze hebben een sterke innerlijke drive om ‘iets’ te doen met dingen die ze om zich heen zien gebeuren of problemen in de wereld. Deze trend van social design heeft zich een jaar of tien geleden ingezet. Tegelijk zie je nu ook weer een tegenbeweging. Designers die vragen: maar mag het tegelijk ook gewoon mooi zijn? Dus het speelveld van ontwerpers is groot.”
Zie je nog wel eens iets waarvan je denkt.. dat dit niet eerder is bedacht!
“Ja laatst nog. Een jonge afstudeerder had iets grandioos bedacht. Tegenwoordig heb je voice gestuurde apparaten voor mensen die blind zijn. Maar als je in een overvolle treincoupé of openbare plek even een berichtje wilt typen naar bijvoorbeeld je geliefde dan heb je liever niet dat iedereen meeluistert. Deze jonge ontwerper heeft een hoesje voor op de mobiele telefoon bedacht met een brailletoetsenbord. Dan denk ik: ja tuurlijk! Dat had er lang moeten zijn.”
De Young Designer Award, is zoals de naam al zegt, een prijs voor jonge ontwerpers. Is het voor deze groep zo lastig in het begin?
“Ja het is echt heel lastig. Het is echt sappelen in het begin, zelfs voor hele talentvolle ontwerpers. Daarom zijn we heel blij dat de prijs naar de jonge ontwerpers gaat. Het vreemde is, als het gaat om essentiële kwaliteiten voor de toekomst gaat het altijd over creativiteit. We vinden nieuwe inzichten en oplossingen enorm belangrijk, anders kunnen we niet concurreren met de rest van de wereld.
Daar hebben we creatieven bij nodig. Toch weten we die creativiteit nog moeilijk te waarderen. Ontwerpers worden vaak uitgenodigd om hun beste ideeën te pitchen. Als dank krijgen ze dan een fles wijn.”
Wat moet je in huis hebben om het te maken?
“Geluk, enorm veel doorzettingsvermogen, talent, relaties en netwerken opbouwen, ondernemende skills of mensen om je heen verzamelen met die skills. Het op de markt krijgen van je product is echt heel lastig. De wereld zit niet op je te wachten. Je moet dus goed zijn in acquisitie. En je hebt budget nodig. Voor materiaal en ruimte. Met de Young Designer Award kunnen ze hun werk doen zonder zich zorgen te maken over de huur en dat soort dingen. De prijs geeft talenten nét dat zetje in rug. Voor deze jonge ontwerpers maakt het echt het verschil of ze wel of niet hun droom kunnen vervullen.”
Waarom is Nederland toch zo’n ontwerpland?
“Tijdens de Internationale Dezeen Award waren het ook weer onevenredig veel Nederlandse ontwerpers die prijzen in ontvangst namen. Het zit in onze cultuur. Ik denk dat ons eeuwige gevecht tegen het water ons eigenwijs en oplossingsgericht heeft gemaakt. We hebben een verbeterdrang en hebben het idee dat we de wereld een stukje naar onze hand kunnen zetten, dat we in maakbare wereld leven.
Bovendien is Nederland letterlijk en figuurlijk plat. We kennen weinig hiërarchie en hebben de brutaliteit om vragen te stellen. We nemen geen genoegen met de status quo. Zelfs als een opdrachtgever vraagt: kun je dit of dit? Dan vragen we: is dit eigenlijk wel je vraag?
We stellen alles ter discussie en hebben geen last van hiërarchische barrières waardoor we ingrijpender kunnen nadenken en doortastender zijn. En daarnaast hebben we gewoon hele goeie ontwerpopleidingen.”
Heb je een tip voor studenten die aan het begin van hun carrière staan?
“Wat ik merk is dat er veel ontwerpers enorm hoog geschoold zijn, maar om succesvol te zijn moet je open staan voor meer vaardigheden. Probeer dat te ontwikkelen of om je heen te organiseren. Neem je eigen vakgebied serieus. Zorg ook dat je je altijd laat betalen naar wat je waard bent. Laat je niet afschepen met een boekenbon en doosje chocolade maar zorg voor een faire prijs. Als arts ga je ook niet gratis een darmoperatie uitvoeren. Wij moeten de wereld daarin ook een beetje opvoeden. Je hebt als ontwerper hele bijzondere vaardigheden en talenten waar je lang en hard voor hebt gewerkt. Als ze jouw advies vragen dan hebben ze ook echt behoefte aan kennis.”
Met de samenwerking met de Keep an Eye Foundation is voor het eerst een geldbedrag aan de Award verbonden. Lisa Konno, Olivier van Herpt en Manon van Hoeckel wonnen ieder
€ 10.000,-. Dit is wat de jury over de ontwerpers vertelde.
Jury: Lisa Konno zoekt manieren om de kledingindustrie een spiegel voor te houden. Dit doet ze door ontwerp, materiaal, productie en verkoop van kleding te innoveren. Ze streeft ernaar een ander pad in de mode te bewandelen en werkt aan projecten die het huidige systeem uitdagen. De rode draad in haar werk is duurzaamheid en recyclebare materialen, hoewel de jury kritisch is over de wisselvalligheid van haar werk tot nu toe.
Met haar laatste collectie overtuigt ze de jury, met interculturaliteit en etnocentrisme als thema. Konno weet met de Nobu-collectie knap twee culturen te vermengen, zonder dat het clichématig wordt.
Jury: Olivier van Herpt experimenteert op het grensvlak tussen digitaal en analoog. Hij combineert de creativiteit van het ambacht met de mogelijkheden van de machine en ontwikkelt daarvoor zijn eigen werktuigen. Met veel geduld en nieuwsgierigheid onderzoekt van Herpt de mogelijkheden die 3D printen kan bieden; hij ontwierp een machine waarmee hij vormen print die vele malen groter, complexer en verfijnder zijn dan voorheen mogelijk was en experimenteert met materialen en pigmenten.
Dat levert, naast een technologisch huzarenstuk, fraaie vazen op. Van Herpt concurreert daarmee in zijn eentje met grote startups van wereldformaat. Zowel ontwerper als ingenieur als ondernemer dus, voor wie het meer om de machine dan om de vaas draait.
Jury: Manon van Hoeckel wordt gemotiveerd door het verdwijnen van het gesprek in de openbare ruimte, in de politiek en tussen verschillende groepen in onze maatschappij. Een thema waar Van Hoeckel designingrepen voor ontwerpt vraagt om een systemische verandering die verder reikt dan productoplossingen. Van Hoeckel laat op volstrekt natuurlijke wijze de veranderkracht van kunst en design zien. In haar social design-projecten stelt zij steeds actuele en relevante vragen, die ze vervolgens oorspronkelijk beantwoordt.