Grappen maken is serious business - interview

Raoul Heertje, cabaretier en coach

25-12-2020
Raoul Heertje was jarenlang de vaste teamcaptain bij het televisieprogramma 'Dit was het nieuws' en bracht met de oprichting van Toomler en Comedytrain stand-up comedy naar Nederland. Tijdens de AKF Masterclass gaf hij ons een inkijkje in het vak van de cabaretier.

Volg het Kleinkunst Festival:
 < TERUG   VERDER>
Naar alle berichten > 


Naar alle interviews >

 “Ze prikken er altijd doorheen als je jezelf niet bent, tenzij je een heel goeie acteur bent.”

Het mooie aan Comedytrain was toen dat je elkaar als comedians coacht. Tijdens de masterclass coachte jij de presentatoren die acts aan- en afkondigen tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival.
“Dat vond ik heel leuk maar voor die mensen bijna niet te doen. Sta je op het podium, je voelt dat je iets verkeerd doet, maar je weet niet precies wat. Dan ga ik daar een beetje commentaar op geven. Én dan zit er ook nog publiek in de zaal dat het stiekem best leuk vindt om je onderuit te zien gaan. Het was daarom goed dat ik al met ze gewerkt had. Het gaat allemaal om vertrouwen. Het werkt alleen als ik in hun talent geloof. Dan durf ik alles te zeggen. En weten zij dat wat ik zeg niet is om ze af te kraken, maar om ze beter te maken.”

Kun jij altijd aanwijzen waarom iets niet werkt op het podium?
“Dat is vreselijk ingewikkeld. Het kunnen wel honderd dingen zijn. Soms kun je er alleen maar naar gissen. Het is ook niet zo dat ik zelf nooit fouten maak. Ik heb alleen het voordeel dat ik die fouten al heel vaak gemaakt heb. Ik herken ze sneller.”

Wat is een belangrijk inzicht dat je in al die jaren heb opgedaan?
“Ik heb steeds meer ontdekt dat optreden vooral is: zorgen dat je jezelf en het publiek de tijd geeft je gevoelens te delen. Je hebt cabaretiers die op het podium opkomen en gelijk gekke dingen gaan roepen. Maar je loopt toch ook niet een café binnen om tegen de eerste de beste te roepen: ‘Wat heb jij een lelijke harses’. Je moet eerst voorwaarden voor een gesprek creëren. Ze bepalen eerst of ze in veilige handen zijn, van je houden. Op het podium geldt alles wat bij gewone communicatie tussen mensen ook geldt. Praat maar op het podium zoals je tegen een nieuwe vriend praat.”

Praat maar op het podium zoals je tegen een nieuwe vriend praat

Dat klinkt simpel…
“Ja, alleen ben je op dat podium overbewust van jezelf. Je hebt die spanning, de adrenaline. Sommigen lossen dat op door de eerste drie minuten gelijk vol te proppen met grappen. Net als tijdens een feestje. Als je er bij binnenkomst gelijk een paar goeie grappen inschiet denk je: Zo, het gaat leuk worden. Maar werkt de eerste grap niet, dan word je juist nog zenuwachtiger. En als je zenuwachtig op het podium staat wordt het publiek dat ook, want die voelen zich dan verantwoordelijk. Daarom moet je dat podium op stappen niet om grappig te zijn, maar om te vertellen wat je te vertellen hebt.”

Maar als cabaretier wil je toch ook dat er om je gelachen wordt?
“Tuurlijk. Ik ook. Ik wil ook dat mensen om me lachen. Dat zit in m’n mechanisme. Je kunt het ook best denken maar het is niet het doel van wat je vertelt. Tijdens de show moet je die gedachte loslaten anders wordt het geforceerd.”

Wimie Wilhelm gaf ook een masterclass en zei: ‘Jezelf zijn op het podium is het moeilijkste wat er is.’
“En tegelijk kun je niet anders. Mensen prikken er altijd doorheen als je jezelf niet bent, tenzij je een heel goeie acteur bent. De enige manier om te overtuigen is door in de buurt te blijven van wat je echt voelt. Als je praat over iets waar je echt iets mee hebt, dan hoef je niet na te denken over welke emotie daarbij hoort. Die is er al.”

Ik verbaas mij over mensen die denken dat je wel even een show van 1,5 uur kunt neerzetten

Iets anders, de actualiteit, daar moet je als cabaretier toch ook wat mee… 
“Als je een onderwerp aansnijdt alleen omdat het nieuws is of omdat je denkt dat mensen erover willen horen, dan kun je er beter niks over zeggen. Het publiek voelt genadeloos aan als het voor jou niet belangrijk is. En als het jou niets interesseert waarom zouden zij zich er dan wél druk over maken? Ik had vorige week een optreden in Rotterdam en toen begon iemand, heel flauw iets over ‘020’ te roepen. Dat vind ik nou zo zielig. Dat zei ik ook: ‘Het is geen 020 meer, het 06.’ De grap is niet eens echt heel leuk. Maar iedereen voelt dat ik er echt zo over denk. Ik heb ruimte gemaakt om mezelf te zijn.”

Je hebt met Toomler stand-up naar Nederland gebracht. Veel comedians gebruiken stand-up als opstapje naar een eigen cabaretshow. Wil je zelf nog eens een eigen show doen? 
“Ik hou van de vrijheid van stand-up. 20 minuten spelen en daarna aan de bar nog ‘n beetje ouwehoeren. In het theater is dat ingewikkeld. Na de show de foyer inlopen voelt ongemakkelijk. Ik heb wel eens een show van 75 minuten gedaan. Je treedt op, hebt iets met elkaar beleefd. Mensen klappen. En dan stap je weer in de auto naar huis. Dat was het dan.”

Je zegt ook: “Ik verbaas mij over mensen die denken dat je wel even een show van 1,5 uur kunt neerzetten.” 
“Ik vind het nogal wat. Twintig minuten de zaal wegblazen is iets anders dan anderhalf uur. Zo’n show is serious business. Je moet genoeg te vertellen hebben om de avond te vullen. Ik ken comedians die dan al hun stand-up stukjes aan elkaar plakken. Maar er geldt een heel andere spanningsboog dan bij stand-up.”

Óók luisteren naar iemand als Raoul Heertje en beslissen er niks mee te doen

Je coacht wel mensen die anderhalf uur het podium op stappen? Wanneer klopt een cabaretier bij jou aan? 
“Als z’n carrière helemaal in het slop zit. Nee, als ie miljonair wil worden. Ik ben 6 jaar geleden ‘vertrokken’ bij Toomler. Toen kwam Pepijn Schoneveld twee jaar geleden naar me toe met de vraag of ik hem kon coachen. Ik ontdekte toen weer hoe leuk ik dat vond, praten over comedy. Ik was dat vergeten.”

Pepijn kreeg z’n teksten terug met allemaal rode strepen erdoorheen. Moeten ze alles aannemen wat je zegt? 
“Ik ben natuurlijk een mannetje met een grote mond. Maar talent is ook eruit pikken wat je denkt te kunnen te gebruiken. Óók luisteren naar iemand als Raoul Heertje en beslissen er niks mee te doen. Eigenlijk kun over de jonge cabaretiers pas echt wat zeggen door te kijken waar ze over 5 jaar staan. Maar dat kun je niet hardop zeggen, want dan gaan ze de komende vijf jaren eerst lekker lummelen.”

Is een ‘comedymind’, zoals ze dat noemen, te leren? 
“Nee, je kan het niet leren. Iedereen op aarde heeft meerdere verhalen te vertellen. Alleen op een bepaalde manier naar de wereld kijken is niet te leren. Marc-Marie Huijbregts bijvoorbeeld is niet een bedacht mannetje. Die kijkt echt op die manier naar alles om hem heen.”

Er lag een stuk heg op je bord, maar je hebt toch een fantastisch diner gehad

En heb je dat talent, dan moet je daar altijd hard aan werken toch? 
“Als comedian moet je steeds dieper graven in jezelf. Met een vork in jezelf prikken. Wat denk ik? Vind ik dat echt? Je moet jezelf de hele tijd pushen. Naar een optreden toe ben ik de hele dag in gesprek met mezelf. Allemaal onaffe gedachtes vliegen nog alle kanten uit. Soms ontstaan gedachtes pas op het podium. Laatst werd ik getriggerd door een comedian die nét voor mij optrad. Ik heb toen alles 10 minuten voor de show omgegooid. Maar dat kan alleen omdat ik er al die tijd ervoor al in m’n hoofd mee bezig was.”

Dat is lastiger met een show van 1,5 uur. Die is al rond… 
“Als mensen een kaartje voor een avondvullende show kopen, kopen ze een product dat ‘af’ is. Met zo’n grote show staat veel vast. Je weet: donderdag sta ik in Luxor en dan doe ik m’n dingetje. Dan is het geboekt. Ik kan me wel 20 avonden over iets opwinden, ik weet ik niet of ik de 21e keer nog steeds kwaad ben.”

Welke comedian moeten we de komende tijd in de gaten houden?
“Glodi Lugungu (winnaar van de AKF Sonneveldprijs 2018) is een megatalent. De eerste keer dat ik ‘m zag werd ik totaal weggeblazen. Hij heeft iets waardoor je blijft luisteren en voor dat luisteren wordt beloond. Hij heeft een soort ‘per ongeluk gevoel voor humor’, alsof hij het voetbalveld op komt lopen, de bal pakt en ‘m er gelijk inschiet. Het grappige is: Glodi spot met alle wetten van het optreden. Als je z’n act opschrijft klopt er helemaal niks van. Alsof je ergens gaat eten, twee gerechten waren rauw en er lag een stuk heg op je bord, maar je hebt toch een fantastisch diner gehad.”

En hij heeft een verhaal te vertellen? 
“Het is een wonderlijke jongen met wonderlijke verhalen. Geboren in Congo en opgegroeid in Dommelen. Hij moest zich als callcenter-medewerker voorstellen als ‘Henk’ en mocht als enige op school naar buiten als het sneeuwde. De leraren zeiden dan ‘Kíjk dat is nou sneeuw.’ Eigenlijk is het een verhaal van een jongetje die zegt – hou nou eens op. Ik ben net zo Hollands als jullie.’ Nu hij vaak optreedt gaat dat steeds beter. Dan zit je in het cabaretcircuit en loert weer het gevaar dat je observeerder wordt. Zelfs een jong talent als Glodi moet zorgen dat hij dingen blijft meemaken.”