Volg de rubriek 'Hoe is het nu met? >
NAAR ALLE BERICHTEN >
“Ik liep tijdens mijn studie stage in Afrika. Daar verlangen ze naar regen. Tijdens het regenseizoen bleef het droog. Dus ging het gesprek steeds over wanneer de regen zou komen. Dat is zo’n groot contrast met Nederland. Hier zijn we niet zo blij met regen. Vooral bij heftige buien, die steeds vaker voorkomen en extremer worden kan ons rioolsysteem de hoeveelheid water niet meer afvoeren en krijg je overstromingen. Als ontwerper wil ik laten zien dat we het regenwater ook kunnen gebruiken.”
“In de natuurlijke watercyclus valt het regenwater op de aarde, infiltreert het in de bodem, planten nemen dat water op en zorgen voor verdamping. Het water komt weer in de atmosfeer en valt op de aarde in de vorm van regen. Deze natuurlijke cyclus hebben wij doorbroken. Water kan op veel plekken niet goed in de bodem infiltreren omdat we zo veel steden en wegen hebben aangelegd. Met Rain(a)Way willen we die natuurlijke cyclus zo veel mogelijk terugbrengen. Ik heb een betonnen tegel ontworpen waardoor het regenwater op een mooie, zichtbare manier opgeslagen kan worden en langzaam in de bodem kan infiltreren. Het grondwaterpeil wordt aangevuld en tegelijk wordt de stad verkoeld.”
“Na de Design Academy heb ik een studie gedaan voor klimaatadaptie in Wageningen. Ik vind het belangrijk dat je niet alleen een probleem oplost en dat het dan ergens onzichtbaar onder de grond verdwijnt, maar dat je het echt inzet en echt een impuls geeft aan de ruimte. Dus het moet ook esthetisch zijn. De betonnen wereld met stenen en tegels is natuurlijk best wel een mannenwereld, dus veel tegels zijn heel praktisch. Minder bedacht vanuit het groen of het uiteindelijke beeld.”
“Ik kan me nog heel goed herinneren dat ik voor het eerst naar het Katshoekgebouw in Rotterdam reed. Eén van mijn eerste projecten. Toen ik daar kwam aanrijden en al die tegels op de pallets zag liggen, dat was echt een moment dat ik dacht… Wow, dit is echt! Met Rain(a)Away hebben we echt een pioniersrol. En je merkt dat alles wat nieuw is, lastig is. Als we parkeerplaatsen groen maken bijvoorbeeld. Dan wordt de bestrating niet meer geveegd maar moet het gras worden gemaaid. Maar er zitten allemaal contracten en systemen achter die zo standaard zijn dat er een bepaalde angst is om daarvan af te wijken. Toch, we moeten we wel. Want zoals we het nu doen is het sowieso niet goed en doen we niks aan het klimaatprobleem. Soms denk ik wel eens: hè jongens waar wachten we op? Maar het is altijd weer tof als het lukt.”