Volg Side by Side:
< TERUG VERDER>
Volg de Talent Award:
< TERUG VERDER >
NAAR ALLE BERICHTEN >
- In 1981 richtte Frans Brüggen het Orkest van de Achttiende Eeuw op. De musici (ongeveer 55) zijn specialisten op het gebied van 18e en vroeg-19e-eeuwse muziek en spelen vaak op originele instrumenten uit die tijd. -
“Zo’n acht jaar geleden zei ik tegen Sieuwert Verster, directeur van het Orkest van de Achttiende Eeuw: “Met alle respect, maar ik zie dat de gemiddelde leeftijd van jullie orkestleden een beetje omhoog aan het kruipen is. Zou het niet mooi zijn om het orkest de komende jaren op een natuurlijke manier te verjongen?”
En zo ontstond in 2014 het eerste Side by Side concert. Frans Brüggen dirigeerde het orkest met naast elk orkestlid een student van het Koninklijk Conservatorium.
“Ik merk dat onze studenten graag een stap verder zetten, een stap in de professionele wereld. ‘Side by Side’ zegt het al: de musici zitten zij aan zij. Naast ieder lid van het Orkest van de Achttiende Eeuw speelt een student. Precies zoals het vroeger ook ging toen er nog geen Conservatoria waren. De muziekscholen werden begin 19e eeuw opgericht. Voor die tijd je leerde het vak van je vader. Je liep mee, woonde de repetities bij en op een gegeven moment werd er tegen je gezegd: ‘Kom maar naast me zitten’.”
Dus je leerde het vak al doende naast de meester zittend. Waarom is dat zo’n goede manier van leren?
“Door gewoon naast iemand te zitten en goed op te letten leer je heel direct. Regeltjes of technieken hoef je niet te vertalen. Je ziet hoe de persoon naast je inzet, hoe hij of zij naar de dirigent kijkt. Als je naast iemand zit die het al zo goed kan en al zo vaak gedaan heeft krijg je een soort osmose - je wisselt iets uit met elkaar. En daar is soms geen woord voor nodig.”
Leren de ervaren musici ook van de studenten?
“De jongeren leren het meest van de ervaren musici. Maar de studenten zijn technisch behoorlijk goed en zitten vol ambitie en energie. De ervaren musici moeten zich van hun beste kant laten zien om met de jonkies mee te komen. Het project bestaat nu 7 jaar, inmiddels zitten er in het orkest van de 18e eeuw een stuk of vijf musici die doorgestroomd zijn via Side by Side. Het mooiste bewijs dat het echt werkt, die verjonging.”
Voor dit project werken jullie altijd samen met topdirigenten, waarom werken ze zo graag mee aan Side by Side?
“Omdat ze het vaak heel erg leuk vinden. Er zijn heel veel dirigenten die voor het Orkest van de Achttiende eeuw willen staan, een fameus orkest. En beroemde dirigenten vinden het ook heel erg leuk om met studenten te werken. De eerste dirigent was Frans Brüggen, de dirigent en oprichter van het Orkest van de 18e eeuw. Side by Side was zijn allerlaatste concert. Ik zie hem nog zo zitten, in een rolstoel met daaraan een zuurstoffles gekoppeld. Dat was zo ontroerend om te zien. Ik herinner me nog dat ik na afloop de kleedkamer inkwam. Hij zag er heel slecht uit maar zijn ogen straalden want de muziek hield hem op de been.”
De Keep an Eye Foundation werkt sinds 2020 samen met het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Wat betekent deze samenwerking voor jullie en voor de studenten?
“Als Conservatorium hebben we de verantwoordelijkheid om studenten op te leiden tot musici. De Keep an Eye geeft met Side by Side en de Talent Award net dat zetje in de rug om studenten het podium ná de school alvast op te helpen. Daarmee vormen ze de brug van het onderwijs naar de beroepspraktijk.”
Zoals je zegt is er ook een jaarlijkse Keep an Eye Talent Award met een waarde van € 10.000,-. Wie ontvangt die prijs? Waar wordt op geselecteerd?
“De Award wordt jaarlijks uitgereikt aan een student van de afdeling Klassiek die zeer getalenteerd is en een ondernemende visie heeft. Studenten met een 10 komen hiervoor in aanmerking. De allereerste Talent Award ging vorig jaar naar harp masterstudent Ian McVoy ter ondersteuning van zijn organologie studie van de Amerikaanse harp - een onderwerp waar nog weinig boeken over geschreven zijn. Ian is al een bekende naam in de wereld van de harp en komt nu naar Den Haag om hier te studeren. Een bijzondere student voor het Conservatorium. Dat is ook de reden dat je een internationale school wil zijn. Je hebt allemaal verschillende culturen die iets meenemen, dat levert synergie op.”
Waarom worden studenten vanuit de hele wereld naar Den Haag getrokken?
“Dat is vaak de reputatie van het instituut of docenten waarvan ze hebben gehoord, of die ze hebben horen spelen. Internationale studenten die hier gestudeerd hebben, teruggaan en vertellen: ‘Daar moet je heen’. We hebben een aantal hele beroemde afdelingen. Oude muziek is er daar één van, de afdeling sonologie en compositieafdeling zijn ook heel bekend. Wat in steeds meerdere mate ook meespeelt is de kansen die ze krijgen om zich in het Nederlandse muziekleven te ontwikkelen, mee te doen in het speelveld. Side by Side is daar een heel goed voorbeeld van.”
De meeste conservatoriumstudenten zijn geen doorsnee studenten, de intrinsieke motivatie is heel hoog. Ze zijn vaak al vanaf jonge leeftijd enorm toegewijd.
“Ja, ongelooflijk. Ze zijn voortdurend met muziek bezig. Voor iemand die geen musicus is, is het misschien moeilijk te begrijpen. Maar als muziek je zuurstof is, daar waar je gelukkig van wordt, dan blijf je er trouw aan en dan heb je er ook heel veel voor over.”
Wat is er nodig om de excellente studenten uit te laten blinken?
“Excellente studenten wil je net iets meer kunnen geven. Zoals iemand die goed kan sporten geholpen is met betere spullen, of meer coaching. De lat moet niet liggen bij de middelen van de school, de lat moet liggen bij hun talent.”
Is muziek net topsport, moet je er ook veel voor laten?
“Topsport vraagt fysiek veel van je. Dan kun je nooit eens naar een feestje. Je gaat gelukkig niet slechter viool spelen als je een keer een nachtje doorhaalt. Wat wel vergelijkbaar is met de sport is de druk waaronder ze staan. Tijdens repetities word je op dat moment door iedereen beoordeeld. Speel je wel mooi? Begin je wel op tijd? Elk moment is een testmoment. Bij veel andere studies hoef je niet steengoed te zijn om later toch goed terecht te komen.”
Kan talent zich nog ontwikkelen? Of zie je al snel wie wel of niet ver gaat komen?
“Dat is niet altijd te voorspellen. Soms is iemand op z’n twaalfde hartstikke goed en kan de ontwikkeling opeens toch stokken. Maar je ziet ook studenten waarvan ik in het begin denk: moeten we die überhaupt wel aannemen? Vaak ga ik dan toch mee met de docent die er wel wat inziet en dan blijken dat later keien te worden. Dus nee, er is niet altijd een rechte lijn. Er zijn wel een aantal competenties die je moet hebben los van het muzikale talent.”
Ja welke?
“Je hebt talent en discipline nodig. Maar je moet dat muzikale talent ook kunnen gebruiken in de wereld om je heen. Dan gaat het om sociale vaardigheden of in kunnen spelen op wat er van je wordt verlangd. Kunnen reflecteren is ook heel belangrijk. En dat is nog een hele uitdaging. Musici die op hoog niveau musiceren zijn vaak zo gefocust, dat ze soms zelf niet meer precies weten wat ze doen. Maar op een bepaald moment is het concert afgelopen en dan moet je kunnen bedenken: Hoe ging het werkelijk? Wat doe ik met de opmerkingen van anderen? Je moet voortdurend aan jezelf proberen te sleutelen. Het is nooit klaar.”
Het zijn natuurlijk allemaal perfectionisten omringd door musici die ook vreselijk goed zijn. Het is verleidelijk jezelf continu te vergelijken.
“Ja, terwijl het enige waar je echt goed in kunt zijn is jezelf. Je talent en persoonlijkheid moet je met elkaar zien te verknopen. Dan ben je iets unieks. Anders ben je altijd een mindere versie van iemand die beter of beroemder is dan jij.”
Is de maatstaaf die musici in eigen hoofd hebben de ergste?
“Daarom moet je niet té kritisch zijn want dan geniet je niet meer. Vooral in de klassieke muziek is er de neiging geen fouten te willen maken. Maar een fout in de uitvoering van een stuk is alleen maar erg als er iets in de muziek ontbreekt. Het gevoel, het communiceren van de muziek, het genieten ervan en dat delen met het publiek is allemaal veel belangrijker dan een fout nootje. Dat bedoel ik ook met het reflecteren. Musiceren is natuurlijk spannend en competitief maar vergeet vooral ook niet dat het geweldig is om te kunnen.”