Volg de 'Spacemakers >
NAAR ALLE BERICHTEN >
De kunstenaars bevonden zich in goed gezelschap. Rob, jij exposeerde in het MoMA (New York), het UCLA Hammer Museum (LA), Stedelijk Museum (Amsterdam). Je werk is onderdeel van tal van andere museale en particuliere collecties. Hoe kom je daar als kunstenaar?
Rob: “Je moet pro-actief kansen zoeken. Tuurlijk, ik vind PR echt niet altijd leuk maar als je dat niet doet komt alles snel tot stilstand. Zie het maar als een sport. Ik heb eens dertig musea in Duitsland aangeschreven. Achtentwintig keer kreeg ik ‘nee’, twee keer ‘ja’. Dat waren meteen twee grote projecten.”
Karina: “Zo doe ik het ook. Plannen maken, opsturen. Als je een ‘nee’ te horen krijgt betekent het niet dat je werk niet goed is, soms past het niet bij de plek, of is de timing niet goed. Maar doorzetten werkt echt. Binnenkort exposeer ik met een aantal kunstenaars in Museum Belvédère in Friesland.”
Erik: “Ook niet onbelangrijk: Rob hielp ons met het vinden van de juiste toon in de benadering van musea en galeries.”
Rob: “Je moet doorzetten maar je moet ook weer niet stalken.”
Tijdens de residentiemasterclass Spacemakers ‘maken’ de kunstenaars de ruimte. Galerie Pouloeuff werd omgebouwd tot atelier en daarna tot complete expositie in slechts een maand tijd. Tegelijk zette Rob zijn ervaring in om de kunstenaars te helpen bij hun artistieke en inhoudelijke ontwikkeling, ambities én plannen. Hebben jullie veel van Rob geleerd?
Karina: “Heel veel. Vaak staan succesvolle kunstenaars ver van je af. Ik vond het mooi om naast een kunstenaar te staan die al zo veel ervaring heeft opgebouwd in de kunstwereld. Rob is een geweldige mentor.”
Rob (lachend): “Meester.”
Samantha: “Ik vind het lastig om advies te vragen, nu ‘kregen’ we een mentor aangereikt.”
Rob: “Het zal je verbazen hoe weinig écht goede feedback je krijgt als kunstenaar. Tijdens een opening zal niemand zeggen: Zeg, ik vind je werk niks want zo en zo.”
Erik: “Het was heel goed om van Robs werkproces te leren. Ik dacht dat hij als succesvol kunstenaar heel anders zou werken, maar eigenlijk zijn er veel overeenkomsten.”
Karina: “Het enige wat ik niet meer kan aanhoren is het woord ‘maquette’.
Wat heb je met maquettes Rob?
Rob: “Ik werk vaak aan grote projecten, die moet je zorgvuldig plannen. Dus begin ik altijd met een maquette van een museumzaal of galerie.”
Karina (lachend): “Ik heb het geprobeerd, die maquettes. Maar ik wil juist dat een werk ontstaat. Niet dat het van tevoren helemaal uitgedacht wordt.”
Rob: “Je moet natuurlijk wel doen wat bij je past. Ik kan veel aanreiken maar uiteindelijk is het aan jullie om er iets mee te doen. Als jullie ooit een expositie in het Tate Modern (Londen) hebben, hoop ik dat jullie terugdenken aan wat die ouwe Rob Voerman zei.”
Spacemakers is een project voor kunstenaars die al een aantal jaren werkzaam zijn als beeldend kunstenaar. Welke uitdagingen zijn er als je een paar jaar afgestudeerd bent?
Samantha: “Voor mij is dat de balans vinden in een stabiel inkomen en tegelijk m’n kunstenaarspraktijk levend houden. Ik geef ook drie dagen in de week les en dat vraagt veel. Van Rob heb ik geleerd dat er manieren zijn om goed te kunnen leven van het kunstenaarschap.”
Erik: “Ik herken die ‘strijd’ tussen bijbaantjes en werk maken en tegelijk een weg te vinden in de kunstwereld. Dat is nu nog een zoektocht.”
Rob: “In het begin van mijn carrière heb ik ook bijbaantjes gehad. Ik vond laatst een brief terug waarin ik solliciteerde op een baan om goudvissen ván en náár Nederland te vervoeren. Die mensen hadden natuurlijk wel door dat dat niet mijn roeping was.”
Jullie werkten een maand lang dag én nacht in de galerie. Hoe was het om te werken in Naarden-Vesting?
Erik: “Het was voor ons allemaal de eerste keer dat we hier waren. Toen ik voor het eerst de vesting in kwam rijden was ik enorm onder de indruk van de vestingmuren. Vooral die punten. Het is bijzonder om te zien hoe dat opgebouwd is. Daar heb ik me in mijn werk door laten inspireren.”
Karina: “Tijdens deze residentie zijn we allemaal geïnspireerd geraakt door de ruimte van de galerie en door de stad Naarden. Ik heb gekeken naar de vormen in de omgeving. Ik zag heel veel dezelfde patronen in de stad terugkomen: in de gebouwen, de ramen en de wegen. Alle vormen die je in mijn werk ziet zijn geïnspireerd op de vesting.”
Rob, kun jij de kunstenaars nog een wijze les meegeven?
Rob: “Ze zeggen wel eens kunstenaars moeten lijden, maar ik vind juist de lol in de dingen die je maakt belangrijk, daardoor weet je vaak ook wel of je op de goede weg zit. Althans, dat is mijn ervaring.”