Masterclass liedtekst: De worsteling is het goede idee krijgen. - interview

Jurrian van Dongen - schrijft grote liedteksten voor de kleinkunst

07-04-2023
Jurrian van Dongen is een van de beste liedjesschrijvers binnen de Nederlandse kleinkunst. Zijn oeuvre is overladen met prijzen (hij won tweemaal de Annie M.G. Schmidt-prijs én tweemaal de Willem Wilminkprijs). Hij is geliefd bij vakgenoten, maar onbekend bij het publiek. Hij schreef voor Alex Klaasen, Karin Bloemen, Paul de Leeuw, Jenny Arean en vele anderen. Bij Het Klokhuis is hij al jaren hofleverancier.
Foto: Ester Gebuis Foto: Ester Gebuis

Volg het Kleinkunst Festival:
< TERUG   VERDER >
Naar alle berichten >


Naar alle interviews >

De meeste mensen proberen zich te redden in de keuken

De halve-finalisten van de AKF Sonneveldprijs krijgen een uitgebreid Keep an Eye Masterclass pakket aangeboden. Met een eigen coach die helpt bij het versterken van de voorstelling en met workshops van bekende professionals zoals Raoul Heertje en Theo Maassen. Jurrian begeleidde de zes halve-finalisten bij het schrijven van een liedtekst

Kan iedereen een liedtekst schrijven?
“Iedereen kan het tot op zekere hoogte leren, als je bereid bent om ‘luikjes’ in je hoofd open te zetten. Materiaal dient zich de hele dag aan. Een schilder denkt niet: wat zal ik vandaag eens gaan schilderen? Die kijkt om zich heen, krijgt een indruk of brainwave en gaat aan het werk. Ook als je liedteksten schrijft kan alles om je heen in een kunstuiting gevat worden. Als je goed kan kijken en luisteren zou je liedjes moeten kunnen schrijven.”

Hoe gaat dat bij jou?
“Het is niet zo dat ik iets oppik en meteen naar huis ren om het op te schrijven, maar ik sla het wel op tot een moment dat het van pas komt. Dat wordt een tweede natuur. Zo hoor ik nu veel jongeren het woord ‘letterlijk’ als stopwoord gebruiken. Dat gebruik ik dan later weer in een dialoog.”

Een andere bekende lieddichter, Theo Nijland, zei: ‘We worden de hele dag opgezadeld met matige liedjes zonder dat we het in de gaten hebben.’
“Kijk, niet ieder liedje ambieert hetzelfde. Maar als een tekst poëzie ambieert en mensen vallen ervoor terwijl het eigenlijk een onhelder betoog is of alleen maar wat losse kreten, dan vind ik dat best wel kwalijk. En dat gebeurt de hele tijd. Onbewust accepteren we heel vaak slechte teksten.”

Maar het ding is gewoon van plastic

Wat is een slechte tekst?
“Het songfestivalnummer van Stien - De Diepte. Daar heeft ze een fantastisch onderwerp mee te pakken. Wat veel mensen ontroert. Maar als je gaat luisteren naar wat ze precies zegt dan klopt er geen hout van. Ze geeft geen blokje tekst of gedachte waar je je aan vast kan klampen. Het zijn alleen maar losse kreten en losse beelden zonder dat ze iets inlost, doorzet of afmaakt. Ze komt ermee weg omdat de muziek zo goed is. Als de muziek net zo onsamenhangend was geweest, nergens heenging of niks had opgeroepen – dan had niemand dat gepikt.”

We worden dus heel vaak voor de gek gehouden?
“Het is als een ruimte waar geen daglicht kan komen maar wel een plant staat. Je geest denkt: ah fijn, er is een plant aanwezig - dus groen, zuurstof. Maar het ding is gewoon van plastic. Dus het geeft een oneerlijke boodschap af. En je geest ziet amper het verschil - het bedrog is dan al geschied.”

Luisteren mensen dan meer naar de muziek dan naar de tekst?
“Ja en dat is ook goed, want muziek komt binnen op een dieper, onbewust, niet-nadenk-level.”

Een impressie van 'de worsteling'

 

Hoe herken je talent? 
“Iemand met talent maakt een hele makkelijke koppeling tussen de verbeelding, weten wat interessant is om te vertellen en welke vorm daarbij past. Hij/zij kan het materiaal als het ware ‘hanteren’. Mensen met minder talent blijven vaak steken op een dagboekniveau – dit maak ik mee en vertel ik nu. Het is net als koken. De meeste mensen proberen zich te redden in de keuken. Iemand die echt kan koken denkt na over het gerecht en weet welke ingrediënten er goed bijpassen.”

Hoor je wel eens wat waarvan je denkt dat had ik willen schrijven? 
“Ik had wel eens een stevige hit willen schrijven. Vooral omdat het me leuk lijkt als een tekst bij heel veel mensen bekend is en in hun systeem zit. Ik opende de masterclassavond met ‘Het is over’ van Annie M.G. Schmidt. Dat lied is meer dan een halve eeuw oud maar doet het nog steeds en raakt mensen nog steeds. Dat had ik wel willen schrijven.”

Jij schrijft altijd voor anderen. Je lot is dat je daardoor anoniem blijft. Want het publiek ziet alleen degene die het lied voordraagt. 
“Dat vind ik juist wel fijn. Daardoor kan ik ook een keer een mindere tekst maken. Niemand die weet dat ik erachter zit. Het zou wel leuk zijn als het kleinkunst of luisterlied repertoire meer bekendheid zou krijgen bij Nederlanders. Dat het vaker te horen zou zijn. Niet voor de auteurs, maar omdat er nu een heel mooi repertoire is dat maar een heel kort theaterleven leidt. Zet dat tegenover de vele slechte songs die wel veel gedraaid worden, dat is zonde.”

Het is als een piepklein stilleven

Hoe komt dat denk je? 
“Ik denk dat de radio het publiek onderschat waardoor vooral dezelfde grote mainstream groep bediend wordt. In Frankrijk is de policy dat de helft van de dag Franstalige nummers gedraaid moeten worden. Daardoor heeft Franstalige muziek in alle vormen, van heel elitair tot heel populair zich kunnen ontwikkelen. Bij ons staat de ontwikkeling een beetje stil.”

Wat is een goed theaterlied? 
“Een goed theaterlied neemt je mee in een vertelling, gedachte of emotie en na vier minuten heb je dan wat meegemaakt. Het is als een piepklein stilleven wat zich in je gedachten kan nestelen en je de wereld net even anders laat zien dan daarvoor. Een liedje kan een nieuwe verbinding maken in je hoofd én in je hart. Dat is echt heel bijzonder. Een goede roman of goede film kan dat ook, maar heeft daar meer tijd voor nodig. Het is goed als we ons daar als makers bewust van zijn – dat we weten hoeveel macht je kunt hebben.”

Is het schrijven voor jou iets wat zich aandient of is het een worsteling? 
“De worsteling is het goede idee krijgen. En vervolgens dat idee zo verwoorden dat het niet voelt alsof de schrijver er al te veel tussen heeft gezeten.”

Hoe merk je dat de schrijver er te veel tussen zit? 
“Als hij wil laten merken dat hij heel erudiet kan schrijven in plaats van de beleving of het oordeel bij het publiek te laten. Het moet niet zichtbaar zijn waar de schrijver ons wil hebben. Je moet de situatie, het personage het werk laten doen. Ik probeer ook steeds kortere zinnen te schijven. Meer te zeggen met minder woorden. Ik heb veel respect voor mensen die hun tekst op een A4tje krijgen.”

Zelf dan tóch in de schijnwerpers
Zelf dan tóch in de schijnwerpers

Is jouw vak vooral techniek of gevoel? 
“Beide. Het is heel intuïtief maar het is ook een ambacht van hoe je een verhaal opbouwt. Dit werkt wel en dit niet. Zoals iedere kunstuiting – het is voor de helft techniek – en voor de helft gevoel.”

Gevoel kun je niet leren toch? 
“Gevoel valt sowieso niet bij te brengen. Je kunt wel zeggen: nu doe je je gevoeliger, melodramatischer of edeler voor dan je eigenlijk bent. Zo was er tijdens de masterclass een meisje dat een lied schreef over haar dementerende vader. Ze wilde vertellen dat het zo stil werd om hem heen. Maar wat ze beschreef was dat ze weer niet bij hem op bezoek was geweest. Het probleem was niet dat die man vereenzaamt maar dat zij geen contact durft te hebben omdat ze niet teleurgesteld wil worden.”

Zijn mensen niet eerlijk over hun eigen gevoel? 
“Kijk, mensen zijn natuurlijk hartstikke corrupt. Iedereen zal de hele tijd een ander gevoel voorwenden dan zijn ware gevoel. De liedjes die we goed vinden, die ons raken, gaan heel vaak over de onbetrouwbare, niet deugende, zoekende kant van de mens. Zeker in theaterliedjes is het zelden zo dat je een held aan het woord hoort. Het zijn de antihelden en demonen.”

Gaan de mindere liedjes over het gevoel dat we zouden willen hebben? 
“Als André Hazes een je-hebt-me-in-de-steek-gelaten lied zingt, dan raakt het meer onze onderbuik dan ons hele lijf. Dat is ook wat waard. Maar het kan subtieler, het kan scherper waardoor het lied werkelijk iets aanbiedt in plaats van dat het alleen maar lijkt iets aan te bieden.”

André Hazes geloofde zelf volledig in André Hazes

Je geloofde André Hazes wel als hij z’n liedjes zong. 
“De grote kracht van André Hazes is dat hij zelf volledig geloofde in André Hazes. Daar zit geen intellect of iets tussen. Nu gaan mensen dat nadoen en dan wordt het opdienen van een oud relikwie. Ik heb niks met die nummers, behalve om 4 uur ‘s nachts in de kroeg.”

Kan jij er altijd een vinger opleggen of iets waarachtig is of niet? 
“Als het gaat om tekst, ja. Vaak is het simpel: Wat is de gedachte van een nummer? Welke beelden krijg je voor je? Hebben die beelden iets met elkaar te maken? Is het een eerlijke boodschap? Dus niet uit op effect of gemakkelijk.”

Je wilde dit interview in de middag plannen. Heeft dat te maken met je schrijfroutine? 
“Ja, ik begin meteen ’s ochtends met een kop koffie. Om 4 uur heb ik het meest productieve deel van de dag al gehad. Een mens is als-ie wakker wordt nog open. Vervolgens komt de dag ‘ertussen’ en worden je hersenen heel snel naar het praktische gebied gestuurd met verplichtingen, afspraken en agenda’s. Kunst kan dan heel erg helpen om weer in dat abstractere gebied te komen. Als je een paar mooie zinnen ergens leest, of er komt een prachtig liedje voorbij, dan kun je weer in dat schonere, esthetische, minder aardse gebied komen.”

Heb je een advies voor jonge kleinkunstenaars? 
“Kijk verder dan alleen je eigen perspectief of eigen dagboek. Heel veel mensen blijven steken op: dit heb ik meegemaakt, óf ik kijk zo naar de wereld. Dan wordt het vaak een beetje gewoontjes. Zoek naar andere vormen en perspectieven.”

Hoe doe je dat? 
“Open je naar de buitenwereld in plaats van steeds alleen tegen een muurtje te tennissen. Wees nieuwsgierig hoe andere mensen naar de wereld kijken.”