Volg Festival Cement:
< TERUG VERDER>
Naar alle berichten >
Van 17 tot en met 25 maart 2023 trakteerde Festival Cement je op voorstellingen van maar liefst 19 verschillende makers in de Verkadefabriek, Theater Artemis en bovenop de watertoren.
Bekijk hier alles (opnieuw) >
Cement is de kraamkamer van aanstormend theatertalent dat vaak net van de opleiding komt. Hier maken Nederlandse en Vlaamse theatermakers, choreografen en schrijvers hun eerste stappen.
“Heb je wel eens meegemaakt dat je een band hebt zien optreden die later supergroot werd? Jij was bij het allereerste begin, zoiets vergeet je nooit. Dat gebeurt ook bij Cement. Je zit met je neus bovenop een voorstelling die voor het eerst publiek gemaakt wordt. Je bent getuige van de nieuwe, grote theatermakers van morgen. Daarmee hebben we ook een belangrijke functie richting het professionele veld.”
Jullie zijn het cement tussen jonge theatermakers en professionals?
“Precies, dat is wat we faciliteren. Ieder jaar komen vakmensen (programmeurs, producenten en pers) van heinde en verre om nieuw talent te scouten. Wij zorgen dat die elkaar allemaal ontmoeten in een informele setting. Jonge makers vinden hier hun weg naar publiek, pers, podia, producenten en financiers. Onze artistiek directeur Leonie Clement selecteert alle producties die op Cement te zien zijn. Zij heeft daar echt oog voor. En ze hoopt natuurlijk iedere keer, dat wat zij in de jonge makers ziet, wij (het publiek) ook zien. Laatst nog stapten we na een voorstelling naar buiten, keken elkaar aan en dachten ‘wow’, wat hebben we nu beleefd?”
Wat ‘beleef’ je op Cement? Want Cement moet je zien én ervaren.
“Wat je hier ziet moet je niet vastpinnen in het hokje van theater. Het zijn vaak de tussenvormen of (nog) niet bestaande vormen die hun weg vinden bij ons. We proberen voorstellingen te laten zien die ergens anders misschien niet zo snel een podium vinden. Zoals performance concerten die niet echt vallen onder muziektheater, maar ook niet onder musical of concert. Je ziet hier nieuwe vormen, stijlen en stromingen ontstaan. Volgend jaar bestaan wij 25 jaar, een mooi moment om terug te blikken op al die talenten die bij Cement zijn begonnen en daarna nationaal of internationaal bekend zijn geworden.”
Wat onderscheidt jullie van al die andere theaterfestivals? Zoals Boulevard in Den Bosch of de rondreizende Parade?
“Het grootste verschil is dat bij ons alleen nieuwe makers worden gepresenteerd. Wij volgen de makers. Die ultieme vrije ruimte die we scheppen, dat gevoel van vrijgevochtenheid is onze grote trots. Makers maken gebruik van alle ruimtes die er in de stad zijn, die kunnen doorgaan als ‘speelplein’ voor een voorstelling. Van huiskamer, brandweerkazerne, de Verkadefabriek tot een winkel. Eigenlijk is alles mogelijk.”
Jullie hebben ook een ontwikkelfunctie. Samen met de Keep an Eye Foundation organiseren jullie De Werfplaats.
“Met De Werfplaats hebben we een experimenteerruimte gecreëerd waar makers uit verschillende disciplines samenkomen. Regisseurs, acteurs, schrijvers, componisten en muzikanten die we graag beter willen leren kennen krijgen een residentie aangeboden. Iedere maker mag een dag per week De Werfplaats leiden met een onderzoeksvraag. Aan het einde van de dag gaat het doek omhoog en presenteren ze wat ze onderzocht hebben aan een klein clubje mensen. Het bijzondere is dat je bij De Werfplaats helemaal wordt meegenomen in het proces van een maker. Hoe ontstaat een stuk in het hoofd? Hoe krijgt het vorm? Soms gaan er meerdere jaren overheen voor een idee daadwerkelijk tot een voorstelling komt. En dat idee begon dan in De Werfplaats, dan is het extra bijzonder als je het jaren later op Cement ziet.”
Is het voor het publiek vaak een verrassing wat ze gaan zien?
“Als je naar Festival Cement komt ga je sowieso iets zien wat je waarschijnlijk nooit eerder hebt gezien. Ons publiek durft een risico te nemen. Soms verlaat je helemaal enthousiast de zaal. Misschien ben je een keer teleurgesteld. Maar dat maakt niet uit. Je gaat sowieso verrast worden.”
Bij Cement zijn ook veel Vlaamse podiumkunstenaars. In België worden kinderen al van jongs af aan meegenomen naar het theater.
“Dat zie je terug in het publiek. Veel kaartjes gaan daar op voorhand naar groepen studenten en scholen. De zalen zitten daar ook een stuk voller, want theater is een onderdeel van het basisonderwijs. Daar ben ik wel jaloers op.”
Wat vertel je tegen mensen die zeggen dat ze niet van theater houden?
“Wil je écht verrast of geraakt worden? Dat gaat je waarschijnlijk niet lukken op een plek die je al goed kent. Misschien zou je dan eens naar het theater kunnen gaan. Mensen die weinig naar theater gaan, maar waarvan de kans groot is dat ze het leuk vinden, nodigen we persoonlijk uit en nemen we mee naar het festival. Zoals met ons young creatives netwerk. Voor jongeren van 14 tot 19 jaar die cultureel geïnteresseerd zijn, maar nog niet hun weg weten te vinden naar de theaters, musea en festivals in de stad. Zij krijgen een kijkje achter de schermen en na afloop kunnen ze daar samen op reflecteren.”
Durven ze dan eerlijk te zeggen wat ze van ervan vonden?
“Er zitten jongeren tussen die iets helemaal niks vinden of niks van een voorstelling begrepen, maar het wel tof vonden dat ze erbij waren en zeggen de volgende keer gewoon weer te komen. Die openheid is belangrijk. Of dat iemand zegt: ‘ik begreep de dansvoorstelling niet, maar het licht was zo mooi.’ Dan kun je het daar over hebben: ‘wat was daar speciaal aan?’ Dan krijg je een heel leuk gesprek waardoor je het op een andere manier wel gaat waarderen. Die pogingen doen we continu. Zo proberen we je als kunstkijker op weg te helpen.”