Volg de Young Talent Award:
< TERUG VERDER >
Naar alle berichten >
Een catchy lijntje, die ene gimmick, of op het juiste moment een andere toonaard inzetten (klinkt het nóg lekkerder). Het zijn van die dingetjes, ze lijken soms klein, maar je kan er wel een megahit mee veroorzaken. Want het succes van een nummer is zeker niet alleen de verdienste van de artiest. Het is de man achter de mengtafel die ‘de sound’ van een liedje bepaalt.
Sound engineer, componist, arrangeur, producer en dirigent Dick Bakker (inmiddels 76) is niet meer actief in de business maar hij is nog iedere dag met muziek bezig.
Hij leverde zo’n 3000 composities en arrangementen – vele werden hits. Met het nummer Venus werd de Nederlandse groep Shocking Blue zelfs de eerste band die een nummer 1-hit scoorde in Amerika.
In Nederland werd Dick Bakker vooral bekend als artistiek leider en dirigent van het Metropole Orkest, dat mede dankzij hem uitgroeide tot het bekendste jazz- en poporkest ter wereld.
Dick was juryvoorzitter tijdens de uitreiking van de allereerste Young Talent Award in het Rosa Spier Huis in Laren (een woonplek voor oudere kunstenaars, muzikanten en wetenschappers).
De Young Talent Award is een aanmoedigingsprijs voor jonge podiumkunstenaars. Ieder jaar wordt een andere kunstdiscipline in de schijnwerpers gezet.
Natuurtalent Dick Bakker krijgt al op zijn vijfde pianoles. Hij blijkt een natuurtalent en tijdens de middelbare school speelt hij in verschillende bandjes met zijn elektrische Neonvox-orgeltje. Met een van die bandjes, The Fancy Five, staat hij in het voorprogramma van The Beatles tijdens het enige concert dat de band ooit in Nederland geeft. Dick is dan 17.
Na het Hilversums Muzieklyceum is hij eerst als geluidstechnicus werkzaam in de beroemde Soundpush Studio en wordt hij op 23-jarige leeftijd directeur van de compleet nieuwe geluidsstudio Dureco in Weesp. Hij koopt meteen de beste mengtafel uit die tijd – die kostte destijds 700.000 gulden. Dankzij zijn muzikale en technische begaafdheid, perfectionisme én keiharde werken staan popgroepen en orkesten van over de hele wereld voor hem in de rij.
In 1970 neemt hij bij Soundpush Studio het nummer Little Green Bag op en in de lente van 1975 komt Una Paloma Blanca van George Baker uit. Precies op tijd om die zomer een wereldhit te worden. Met Hans Bouwens (de echte naam van George Baker) besluit hij al snel bij de opnames van het album geen beroep te doen op de jongens van de band, de George Baker Selection.
“Die muzikanten waren enigszins beperkt. Een album opnemen, dat betekent 12 nummers instuderen en achter elkaar spelen, daar hadden ze moeite mee. Dat duurde allemaal veel te lang.”
Dus speelde Hans de nummers voor op zijn gitaar.
“Vervolgens schreef ik het volledige arrangement. Dat namen we dan eerst met een orkest op. Hans hoefde alleen nog de zang en gitaarpartij in te spelen.”
Paloma Blanca is het begin van een stroom hits voor Dick. Sommige zijn in een dag of zelfs in een paar uur geschreven. Zoals het nummer ‘’t Is weer voorbij die mooie zomer’, van Gerard Cox gearrangeerd door Rogier van Otterloo en in tien minuten opgenomen en gemixt door Dick. Het werd een gigantische hit in 1973.
Of de zingende huisvrouw. En daarover later nog wat meer ...
“Ik kreeg de vraag of ik een nummertje wilde beoordelen van een dame uit Amsterdam. Ze komt binnen met haar gitaar en speelt dat liedje. ‘Oh god, hoe kom ik hier weg?’ dacht ik meteen. Het was heel eentonig. Maar aan het einde hoorde toch iets wat bleef hangen. We zijn aan de slag gegaan. Ik heb die eentonigheid geaccentueerd – dus heel klein beginnen en dan opbouwen tot een vol orkest. Zo was het geen zwakte meer, maar een kracht. Ik adviseerde er een stylist op te zetten. Dat was wel nodig want ze zag er echt uit als een saaie huisvrouw. Het nummer was ‘100 years’ van Joey Dyser. Een regelrechte hit.”
Dick heeft talloze van dit soort verhalen. Zoals de dag dat Elvis overlijdt in 1977. Samen met Eddy Ouwens (Danny Mirror) maakt hij de single ‘I Remember Elvis Presley’ dat ze in 24 uur schrijven, opnemen en naar de pers brengen. Het liedje is internationaal direct een groot succes - 2 miljoen platen in 10 dagen tijd verkocht.
“Toen werden we beticht van lijkenpikkerij – we zouden het opgenomen hebben voor Elvis overleden was. Ze konden niet geloven dat we het in een dag hadden geproduceerd.”
In 1974 arrangeert Dick voor het eerst geen muziek voor andere artiesten, maar maakt hij een eigen album met het Dick Bakker Orchestra. Het Orkest, bestaande uit zo’n veertig man, speelt wereldberoemde hits uit de jaren zestig en zeventig door Dick instrumentaal gearrangeerd.
“Dat is nog niet zo eenvoudig want bij veel van die liedjes is de tekst juist heel belangrijk. Wanneer je de tekst weghaalt moet alleen de muziek het nummer overeind houden.”
In totaal worden zo’n 15 albums- verzamelalbums en cd’s uitgebracht waarvan wereldwijd een miljoen stuks worden verkocht. De muziek is vooral in Amerika enorm populair. Bij Sirius - XM Radio dat van coast to coast uitzendt worden de nummers nog steeds platgedraaid.
Vanaf 1991 is Dick veertien jaar lang succesvol dirigent van het Metropole Orkest, een symfonie-orkest dat uitgroeide tot een van de bekendste jazz- en poporkesten ter wereld.
“Ik hou van bijna alle muziek, maar de lichte muziek heeft me altijd het meest getrokken.”
Dat het nu een orkest is dat zijn weerga niet kent is voor een belangrijk deel de verdienste van Dick. Dick werkte veel samen met Rogier van Otterloo, die eerder leider was van het Metropole Orkest. Toen Van Otterloo overleed zat het orkest met een groot probleem.
“Ze zaten in een diepe put. De boel werd niet goed aangestuurd. Ik ben toen gevraagd om artistiek leider te worden. Een jaar later werd ik chef-dirigent. Ik wilde internationaal aan de bak komen door het orkest zo breed mogelijk neer te zetten. We moesten ook de studio Hilversum uit, vond ik. Vooral veel optreden.”
Het ontstaat allemaal in die tijd: legendarische popconcerten in Paradiso met bekende Nederlandse en internationale artiesten, wereldmuziek, cabaret, musical, rap en house en zelfs hardcore en heavy metal. Geen symfonische jazz, maar optredens met de Heideroosjes, Rowwen Hèze en dEUS.
“Dat was voor de oude liefhebbers van het Metropole Orkest een verschrikking. Maar de jongelui vonden het geweldig, die braken de tent af. De veelzijdigheid van het Metropole is echt uniek. De musici kunnen echt alle stijlen muziek spelen. Pop, klassiek, jazz, wereldmuziek. Ik moest voor het Metropole Orkest eens een harpiste aannemen. Dan komen tien harpistes proefspelen achter een scherm – zodat je niet wordt afgeleid door de looks. Een harpiste speelde waanzinnig goed. Maar toen kwam er een swingstuk – dat kon ze helemaal niet. Dan val je toch af. Je kan een fantastische fluitist zijn maar als het moet swingen en je hebt het gevoel niet, dan hou je de rest tegen.”
Vijftien jaar lang componeert Dick muziek voor reclames. In die tijd (tussen eind jaren ’70 en begin jaren ’90) wordt er niet op een nulletje meer of minder gekeken.
“De budgetten reiken tot in de hemel. Helikopters, schepen - alles wordt uit de kast getrokken voor een filmpje van nog geen minuut. Ook op muzikaal gebied is alles mogelijk. Als ik vroeg: ‘Willen jullie een combo, een klein orkest of symfonieorkest, dan was het antwoord bijna altijd ‘Symfonieorkest’.”
“Het is een vak apart om in de korte tijd van een commercial gevoelens naar boven te brengen. De muziek moet het beeld versterken. Als de klant dan met tranen in de ogen zit, dan heb je het goed gedaan.”
Hij vindt de reclamedeuntjes van nu vlak.
“Ze zetten er een makkelijke beat onder, maar zoeken helemaal niet naar het gevoel dat je wilt overbrengen.”
Talent moet je hebben.
“Je kunt met een melodie duizenden kanten op. Hoe maak je een keuze? Dat is denk ik een kwestie van gevoel, van talent. En dat heb je of hebt het niet.”
“Kijk, je kan wel heel goed studeren, een melodietje verzinnen en een akkoordje eronder zetten, maar het totaalbeeld grijpt aan, of niet. Een deel van het vak is simpelweg niet te leren. Ik ging vaak mee met de groep die op het songfestival optrad. Soms hoorde ik de andere kandidaten en wist ik: dit wordt kansloos. Maar ja, dat kan je niet zeggen.”
“De mensen van de Young talent Award hebben allemaal talent. Het zit er echt ingebakken. Dat voel je aan de kwaliteit van wat ze maken, maar ook de expressie, de power die ze erin gooien.”
“Voor wie net begint in de muziekwereld kan het best lastig zijn om te ontdekken wat wel en niet werkt. Dat leer je door de jaren. De bewoners van het Rosa Spier Huis hebben een enorme schat aan ervaring. Voor veel jonge mensen is dat echt een openbaring.”
“Ik denk dat het goed is als jonge mensen de verbinding zoeken met oudere mensen. Jong en oud samen kunnen iets heel moois creëren. Wij kunnen die jarenlange ervaring overbrengen op de jongeren. Zij gaan daarmee verder, maar wel op hun manier.”