De neuro-esthetiek onderzoekt de impact van kunst op ons brein. Kijken naar kunst kan je gemoedstoestand beïnvloeden, het heeft een positieve invloed op ons stressniveau, op het beleven van plezier en ook de mate waarin we ons kunnen focussen. Een van de eerste neurologen die dit wetenschappelijk aantoonde was Semir Zeki, professor aan University College Londen.
Fransje Gimbrère studeerde in 2017 af voor haar Bachelor Vormgeving aan de Design Academy Eindhoven. Snel daarna, begin 2018, exposeerde ze in Galerie Pouloeuff.
Fransje groeide op in een textielfamilie en raakte geboeid door eeuwenoude handwerktechnieken. Haar 3D geweven structuren worden draad voor draad opgebouwd op een zelfgemaakt weefraam, waardoor met ieder soort materiaal, in iedere kleur, elk mogelijk denkbare vorm gecreëerd kan worden.
Wat gebeurt er in onze hersenen?
Wat gebeurt er in onze hersenen als we een (mooi) kunstwerk zien. Een heleboel, zo blijkt. Fransje Gimbrère gebruikt deze wetenschap – de neuro-esthetiek – in haar werk.
“Mijn werk is niet alleen een vorm van zelfexpressie. Ik vind het vooral belangrijk dat het past in de ruimte waarvoor het bedoeld is. Dat het een connectie heeft met de plek en de mensen die daar komen. Daarom is de neuro-esthetiek zo ontzettend interessant. Deze discipline onderzoekt wat vormen, kleuren en materialen met ons doen. Die kennis kunnen we weer gebruiken om onze leefomgeving prettiger te maken.”
“Ik was gevraagd om voor de Raadzaal van Tilburg een werk te maken. De raadzaal is gloednieuw. Alles, de vloeren, muren, plafond, zijn bekleed met warm eikenhout. Het voelde erg statig. Terwijl de bedoeling was dat het ‘de huiskamer’ van het gemeentehuis zou worden.
Ik wilde de sfeer in de ruimte toegankelijker maken. Een plek waar mensen zich comfortabel voelen en waar je uitgenodigd wordt om vrijuit te spreken. Een plek waar ideeën ontstaan.
Het werd een met de hand geweven 3D-structuur die als een witte wolk boven de ronde overlegtafels zweeft. Een organische vorm waarvan de lijnen als het ware uitwaaieren. Als tegenhanger van de statige interieurarchitectuur.”
Project publieke ruimte
“We zijn allemaal gejaagd, zitten veel in ons hoofd. Ik probeer met mijn werk door middel van tactiliteit, kleur en vorm het onderbewuste te prikkelen. Dat je weer even naar het hier en nu wordt gebracht en stilstaat bij wat je ervaart en ziet.
De Universiteit van Tilburg heeft een doorgaande ruimte die qua ontwerp op Le Corbusier is geïnspireerd: rechttoe-rechtaan, veel grijs beton, heel sober en enorme raampartijen. Zelfs de stoelen en banken zijn van zwart metaal. Ontzettend uitnodigend (knipoog). De bedoeling was dat mensen hier vaker zouden gaan zitten.
Hoe kon ik deze ruimte aantrekkelijker maken? Ik heb toen niet één maar juist verschillende werken in de ruimte geïnstalleerd. Om zo van een vergeten passage een samenhangende verblijfsruimte te maken. Het is heel tof als je merkt dat mensen zich opeens kunnen verbinden met een ruimte.”
Alleen maar hollen
“Sinds mijn afstuderen heb ik bijna non-stop gewerkt met het idee dat ik steeds beter moest worden. Want ik was wel afgestudeerd aan de academie, maar nu moest ik het ondernemerschap nog onder de knie krijgen. Bovendien: als je net van de academie komt, wie ben je dan? Wat is jouw plekje in het werkveld? Ik pakte van alles aan om maar te ontdekken wat bij me paste.
Van trendforecasting voor verpakkingsbedrijven tot schoenenontwerp voor Valentino. Ik deed ook allerlei acceleratieprogramma’s. Tegelijk bleef mijn afstudeerwerk in de picture. Ik heb veel geëxposeerd en veel onderzoek gedaan naar 3D weven. Uiteindelijk heb ik mijn 3D weefmethode kunnen vertalen naar een industriële weefmachine.”
Lees verder onder de foto
Meer creatieve ruimte
“Het heeft me veel mooie dingen gebracht, ik heb een mooi netwerk opgebouwd. Bijzondere opdrachten kunnen doen, mijn eerste soloshow. Tot ik op een punt kwam dat ik wist: nu heb ik echt wel wat laten zien. Maar wacht eens even, heb ik er nog wel plezier in? Werkt het op deze manier? Is het houdbaar?
Daarom heb ik ervoor gekozen om het een jaartje iets rustiger aan te doen. Dat is nog best een uitdaging. Omdat veel grote projecten doorliepen bijvoorbeeld. Ik heb er een half jaar over gedaan om het werk in mijn studio iets af te schalen.
Nu voel ik langzaamaan dat de creativiteit weer de ruimte krijgt. Voorheen was ik zo bezig om het allemaal goed te organiseren, zoveel projectmanagement. De agenda zat altijd vol. Ik had behoefte om me weer te ontwikkelen als kunstenaar. Actief ruimte te maken voor creativiteit.”
Exposeren bij Pouloeuff
“Net na m’n afstuderen exposeerde ik bij Pouloeuff. Mijn eerste galerie expositie. Ik vond het heel bijzonder om de andere exposanten te leren kennen en daar zijn ook vriendschappen uitgekomen.
De design en kunstwereld zijn best van elkaar gescheiden. Ze werken anders, het zijn aparte netwerken. Ik heb een groot netwerk in de designwereld, maar in de kunst is mijn netwerk juist weer klein. Terwijl mijn werk vaker als kunst wordt gezien dan als design. Het was daarom fijn om ook in de kunstwereld een introductie te krijgen.”