- Deze Hoe-is-het-nu-met-je stamt uit 2024.
Groot talent van de nieuwe jazzgeneratie
Altsaxofonist Mo van der Does wordt beschouwd als een van de grootste talenten die de nieuwe jazzgeneratie heeft voortgebracht. Met zijn zevenkoppige band waarin hij zeer getalenteerde jazzmusici samenbrengt, won hij in 2021 ‘The Records’.
“Het is een grote luxe als je je alleen op de muziek kunt focussen. Met het winnen van The Records krijg je die mogelijkheid. Je kunt meteen gaan doen wat je wil, want er is budget. En er komt nog van alles bij. Zoals The Records on Tour. Dat was echt waanzinnig. Dat je op al die podia door Nederland mag spelen met zo’n bezetting – Bimhuis, LantarenVenster. Ik denk dat de tour ons een plek op North Sea Jazz (2022) heeft bezorgd.”
Zijn debuutalbum ‘Common Myths’ (2019) geeft hij in eigen beheer uit. Na het winnen van The Records brengt Mo zijn tweede productie uit: Motet. Het gezelschap bestaat uit prominente musici van de nieuwe jazzgeneratie, waaronder trompettist Alistair Payne, tenorsaxofonist Matthias van den Brande, basklarinettist Jessie Brevé, pianist Floris Kappeyne, Jesse Dockx (drums), Tijs Klaassen (contrabas) en drummer Wouter Kühne.
Grotere band, nieuwe klankkleuren
“Mijn eerste plaat was met een kwartet. Bij het tweede album kon ik het allemaal groter aanpakken. Ik ben dieper gedoken in componeren en arrangeren en heb mijn band uitgebreid tot een septet. Die grotere bezetting opent een heel nieuwe wereld van klankkleuren en mogelijkheden. Er kwam een piano bij, twee extra blazers. Zo kreeg ik vier blazers om mee te werken. Daardoor wordt het bijna een soort mini bigband. Tegelijk zijn we ook weer niet té groot waardoor we wel de spontaniteit en flexibiliteit van een kleine setting behouden.”
“Je kunt dit vak, denk ik, alleen doen met volle overgave. Het werk is onregelmatig en onvoorspelbaar, wat het leuk en soms ook lastig maakt. Dan sta ik tot drie uur ’s nachts te spelen en moet ik de volgende dag weer ergens om zeven uur ’s ochtends staan. Ik heb de afgelopen tijd veel gereisd. Wat heel leuk is. Maar soms betekent dat: spelen, slapen en weer door.”
Benjamin Herman: “Speelt als een duivel, zit vuur in die gast!”
Mo won in 2014 het Prinses Christina Concours, gevolgd door de publieksprijs van de Leidse Jazz Award in 2017, de Expression of Art Award in 2018 en de Conservatorium Talent Award in 2019. Hij speelde al met een indrukwekkende lijst aan groepen. Zo trad hij als solist op met het Millennium Jazz Orchestra en het Jazz Orchestra of the Concertgebouw.
Blijven oefenen
“De saxofoon is best een veeleisend instrument. Je moet veel lucht hebben voor je ademsteun. En je moet je embouchure trainen – je lipspieren. Als je een week op vakantie bent geweest merk je dat je uithoudingsvermogen minder is als je langere stukken moet spelen. Bij trompet en trombone is dat trouwens nog heftiger omdat je dan met beide lippen op het mondstuk zit. Bij saxofoon gaat het vooral om de onderlip, waar het rietje zit.”
“Dat was een hele goeie timing. We zouden in september mijn album gaan opnemen. In augustus kreeg ik het aanbod om een livestream te doen. Ik had al bedacht om het album in studio 150 te gaan opnemen. Een fantastische geluidsstudio in een oude kerk in Amsterdam-Noord. Met de livestream konden we de ruimte voelen, opstellingen uitproberen, het was de ideale try-out.”
Van viool naar saxofoon
“Wij moesten thuis een instrument kiezen, dat hoorde bij de opvoeding. Mijn zussen speelden al viool, dat ben ik toen ook gaan spelen. Heel jong was ik, vijf. Leuk vond ik het niet, maar ik leerde wel noten lezen en muziek spelen. Al snel ging ik zeuren om een saxofoon. Mijn vader en opa luisterden veel naar jazz en mijn oom had een saxofoon. Zo werd het zaadje geplant. Ik moest eerst nog wel wachten tot mijn voortanden gewisseld waren, maar toen kreeg ik die saxofoon voor mijn verjaardag. Ik was meteen verkocht. Mijn ouders hoefden me nooit te dwingen om te spelen. Ze stimuleerden me op een hele natuurlijke manier. Ik was 12 toen ik een cd-box van Charlie Parker voor Sinterklaas kreeg. Ik luisterde eindeloos naar die cd’s. Die muziek heeft heel veel voor mij betekend.”
“Er bestaat natuurlijk al heel veel goeie muziek. Maar ik vind het ook heel leuk om iets mee te brengen wat daarvoor nog niet bestond. Dat heeft iets moois. En het is een grote eer als mensen jouw muziek willen spelen. Ik geef composities achteraf een titel, maar in wezen staat de muziek helemaal op zichzelf. Dat vind ik iets magisch hebben. Instrumentale muziek kun je wel omschrijven, je kan het in woord proberen te vatten maar het zal altijd een schim blijven van wat je hoort.”