Een waardevol zelfonderzoek
Galerie Pouloeuff ligt middenin het stadje Naarden-Vesting. Jullie werken, eten, slapen, leven hier een maand lang. Hoe bevalt het?
Jesse: “Het werkt heel goed. Je bent echt ingesloten, maar op een positieve manier. De vesting is mooi en klein, er is veel minder afleiding dan in de stad. Iedere dag lopen we een rondje. Dan komen we steeds dezelfde mensen met hun hond tegen.” Mirthe: “Doordat we hier zo leven is de galerie eigenlijk een vesting in een vesting.”
Hoe zien jullie deze periode?
Mariska: “Ad wil dat we een probleem tegenkomen en dat we dit probleem gaan doorstaan.” Jesse: “Normaal denk ik dan vaak ‘doei’. Dan ga ik even koffiedrinken of met iemand praten. Nu ga ik juist door.” Mirthe: “Door problemen niet uit de weg te gaan kun je veel ontdekken over je werk en je motivatie. Misschien is het werk dat ik uiteindelijk laat zien niet zo goed, maar is de periode wel heel geslaagd. Hoewel, dat is nu makkelijk gezegd. Ik zou er dan toch moeite mee hebben.” Ad: “Het gaat deze periode niet om ‘lukken’ maar om ‘ontdekken’. Wie ben je als kunstenaar? Waarom doe je je wat je doet? Wat wil je eigenlijk? Die denkbeelden onderzoeken we in sneltreinvaart. Het is een waardevol zelfonderzoek. En daarbij moet je problemen toejuichen, want dat zijn kansen om van richting te veranderen en nieuwe manieren van werken uit te proberen.”
Lukt dat jou altijd, problemen toejuichen?
Ad: “Nee natuurlijk niet, maar ik heb geleerd dat als die moeilijke momenten voorbij zijn, je ziet dat zo’n moment nodig was om te veranderen of een nieuw inzicht te krijgen. Er gebeuren steeds weer dingen die niet gepland zijn en waar je geen zin in hebt. Die problemen kan je oplossen door ze gewoon aan te pakken in plaats van er eindeloos over na te denken. Die stap moet je dan wel maken: het nadenken loslaten en gewoon aan de slag gaan zonder direct te weten of het lukt. Dus weerstand bieden en dingen gaan proberen door ze te doen en zo oplossingen te vinden. Wij mensen hebben in onszelf voor alles een oplossing. Met dat bewustzijn en onze innerlijke kracht, kunnen we problemen die ons in de weg zitten om verder te komen omzetten naar nieuwe ervaringen.”
Geef eens een voorbeeld.
Pip: “Je wilt weten hoe een materiaal werkt. Dan kan je daar heel lang over nadenken óf je kan cement in een bakje gieten en kijken of het heel blijft.” Klinkt eigenlijk best simpel als je het zo zegt. Ad: “Dat is het ook. Je maakt het voor jezelf lastig door te denken dat je eerst van alles rationeel moet begrijpen. Terwijl je juist veel direct kunt doen, zonder het te begrijpen. Door het te voelen of je intuïtie te gebruiken.”
Hoe eigenwijzer, hoe sneller ze leren wie ze zelf zijn en wat ze echt willen maken
Het is ook een kunst om te weten welke adviezen je ter harte moet nemen.
Ad: “Daarvoor moet je jezelf goed kennen. Na de kunstacademie moet je zo veel mogelijk je eigen gang gaan, daarmee bedoel ik zoveel mogelijk zelf maken en tekenen om je te verbinden met je eigen intuïtie en vrij te zijn in je studio, zonder de hele tijd de buitenwereld te laten meekijken over je schouder. Vooral niet luisteren naar anderen, maar zelf ontdekken wie je bent”
Dus ze moeten ook niet naar jou luisteren?
Ad: “Nee natuurlijk niet. Hoe eigenwijzer, hoe sneller ze leren wie ze zelf zijn en wat ze echt willen maken. Daarom probeer ik vooral onvoorspelbaar te blijven. Ze mogen niet denken: Ad wil dít of vindt dát goed. Deze vier kunstenaars hebben voor de masterclass aangegeven dat ze voorbij de grenzen van hun eigen kunnen willen gaan, nieuwe manieren van werken en kijken willen ontdekken. Als ze nieuwe kanten van zichzelf willen ontdekken heeft het geen zin om deze periode iets te maken wat ze al kunnen.”
Aan de kunstenaars: wat willen jullie van Ad leren?
Mirthe: “Ik wil ontdekken hoe je kunt zorgen dat het proces in het atelier minder een strubbeling is. Dat je echt bezig bent met wat je zelf wilt maken en niet met wat andere mensen ervan zullen vinden. Die gedachtes werken verlammend. Uiteindelijk komt het moment dat ik geen andere keuze heb dan toch te beginnen. Dan ontstaat er iets dat ik vooraf niet had kunnen voorzien en wordt het pas interessant. Voor mij duurt die weg daar naartoe nu te lang.” Mariska: “Ik wil me niet meer laten afleiden door waar ik aan zou moeten voldoen, want dat remt af. Ik wil eigen ontdekkingen beter vertrouwen en uitzoeken wat individualiteit voor mij betekent als kunstenaar.” Pip: “Ik wil me beter kunnen focussen en meer aandacht voor m’n werk hebben. Zonder mij hierbij te laten afleiden door de dagelijkse maar soms ook afleidende bezigheden buiten mijn studio.”
Als je niet kunt afspreken wie gaat afwassen heb je elke dag ruzie…
Ad, kunstenaars zijn volgens jou gebaat bij ritme en regelmaat.
Ad: “Je kunt niet zonder ritme. Als je dat niet doet wordt het al snel een puinhoop. Ritme maakt dat je voelt dat je deel van het grotere geheel om je heen bent. Dat merkte ik zelf, tijdens groepstentoonstellingen. Als er geen vast moment is waarop iedereen begint en weer stopt, een moment van samen lunchen, dan is iedereen bezig z’n eigen plek te veroveren. Striktheid is ook een geste om elkaar te helpen, om elkaar ruimte te geven. Oké, jij bent er om tien uur, dan ik ook. Net als met een relatie: als je niet kunt afspreken wie gaat afwassen heb je elke dag ruzie.” Jesse (lacht): “Ad wil dat we een saai leven hebben met weinig prikkels van buitenaf. ” Ad: “Nee, er is heus wel tijd voor leuke dingen, maar we hebben hier wel een strak werkschema. Juist door die kaders ervaar je de vrijheid om je werk te doen. Het werk ontstaat zonder dat je het hoeft te bedenken. Ritme houden. Focus. Zorgen dat je studio georganiseerd is. Het zijn allemaal praktische dingen die je onder de knie kunt krijgen. Dat is echt niet moeilijk, maar bepaalt wel of je het als kunstenaar gaat overleven of niet, en of je er plezier in kunt houden.”
Wordt het maken van kunst dan ook uiteindelijk minder een gevecht tegen jezelf?
Ad: “Nul gevecht. Als je eenmaal in dat gebied komt waar je vrij bent en een basis hebt dan is de studio iedere dag een feest. Mirthe: “Dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn.” Ad: “Wat wij als kunstenaars doen is in mentaal opzicht topsport. Niemand zegt ’s ochtends wat je moet doen. Je moet steeds zelf die motivatie aanwakkeren. Als daar geen training onder ligt dan moet je iedere dag vanuit nul beginnen. Dat is niet vol te houden. We trainen die basis. Van waaruit je kunt beginnen en ritme kunt maken.”
Dat kun je gewoon leren?
Ad: “Ja. Het is hetzelfde als bij sport: je moet een basisconditie hebben van waaruit je verder kunt gaan. Als die basis er niet is, in je longen, in je geest, dan kun je niet verder komen.”
Het is gelukt: ik vind mijn werk iedere dag leuker worden
Veel jonge kunstenaars hebben die handvatten nog niet.
Ad: “Veel mensen zijn daar niet naar op zoek. Die zijn op zoek naar geld en roem. Ik zie om me heen dat jonge mensen geleerd wordt snel succes te hebben. Op de academie en bij subsidie aanvragen moet je vooral ondernemer zijn, dus veel randzaken worden als succes gezien. Maar juist de inhoud: hoe je denkt en hoe je dat verbeeldt, dát moet nummer één moet zijn. In Nederland is door de politiek, het nuttig zijn als ondernemer, een ziekte geworden, in Duitsland of België zal je daar in de kunstwereld nooit iemand over horen. Snel succes is moeilijk te weerstaan. Als je galeriehouder dan de prijzen begint op te jagen is het lastig om die galerie tot de orde te roepen, te kiezen voor een rustiger pad. Ik ken veel kunstenaars die zo vroeg helemaal opgebrand waren. Dan heb je enorm veel succes gehad en daarna stort de hele boel in. Maar dan heb je wel een leven opgebouwd met een bepaald uitgavenpatroon waar je afscheid van moet nemen. Zoals de beroemde bergbeklimmer Bart Vos zei: de Mount Everest beklimmen is niet zo moeilijk. De route naar beneden is veel moeilijker en het gevaarlijkst. Toen ik jong was leerde ik van oude kunstenaars die op hun leeftijd nog nieuw actueel werk maakten, en besloot ik: ik wil op m’n ‘best’ zijn als ik ouder ben. Dat is gelukt. Ik vind mijn werk iedere dag leuker worden.”