Jazz, de muziekstroming die ontstond rond 1900 is aan zoveel verandering onderhevig geweest dat het soms bijna niet meer te vergelijken is met de jazz die tegenwoordig gespeeld wordt. Maar toch is het ontegenzeggelijk jazzmuziek …
Hoe komt het dat dit genre wereldwijd nog altijd zoveel gespeeld wordt? Een nogal grote vraag, met een al even groot aantal antwoorden. Een van de vele antwoorden op die vraag is dat veel jazzmusici vaak intergenerationeel opereren en oudere musici zich omringen met jongere musici, waar zij hun kennis op kunnen overdragen. Maar waar zij zelf ook veel van kunnen leren. Eén van de jazzmusici uit de 20ste eeuw die hier het toonbeeld van is, is de Amerikaanse trompettist en bandleider Miles Davis.
De eerste zin uit Davis’ autobiografie luidt als volgt:
“Luister. Het meest fantastische gevoel dat ik ooit heb gehad – met mijn kleren aan – was in 1944 toen ik voor het eerst Diz (Dizzy Gillespie) en Bird (Charlie Parker) samen hoorde spelen in St. Louis, Missouri.”
Miles was destijds 18 jaar oud en mocht niet alleen het optreden bijwonen; hij mocht vanwege het uitvallen van trompettist Buddy Anderson ook meespelen! Voor hem was dit een onvergetelijke ervaring en het zorgde er voor dat hij in datzelfde jaar van St. Louis naar New York City verhuisde om zijn idool Charlie Parker achterna te reizen. Hij wist wat zijn roeping was en liet zich door niets en niemand tegenhouden.
Een nieuwe jonge sensatie: jazz is een genre dat zich voortdurend vernieuwd
Dit is een van de vele voorbeelden die laat zien hoe groot de invloed van musici kan zijn op hun collega’s, met name op jonge musici. Dizzy en Parker waren respectievelijk 9 en 6 jaar ouder dan Davis. Zij waren op hun beurt weer geïnspireerd door muzikanten zoals Count Basie en Bennie Moten, die ook weer 10 jaar ouder waren dan Dizzy en Parker. En Count Basie zal ongetwijfeld ook weer inspiratiebronnen hebben gehad die ouder waren dan hij. Maar de beïnvloeding vond ook andersom plaats. Zo verving de jonge Miles Davis in 1945 Dizzy Gillespie in de band van Charlie Parker. Parker nam dus een jongere trompettist aan in zijn band. Het nieuws verspreidde zich al snel dat Parker met een ‘nieuwe jonge sensatie’ optrad en dit werkte dus ook in zíj́n voordeel.
The Great Quintets
… Fast forward naar 1963
Miles Davis is inmiddels een gevestigde naam in de internationale jazzwereld en wordt alom gezien als een van de meest invloedrijke jazzmusici van zijn generatie. Hij maakte furore met zijn kwintet (later wordt dit het ‘The First Great Quintet’ genoemd), bestaande uit leeftijdsgenoten zoals John Coltrane en Wynton Kelly. Hij maakte vele albums die tegenwoordig als onmisbaar worden beschouwd in de ‘jazz catalogus’. Ook had hij grote muzikale ontwikkelingen doorgemaakt en stond hij aan de wieg van verscheidene stromingen binnen de jazz. Waaronder hardbop, cool jazz en modal jazz. En dat alles op een leeftijd van slechts 36 jaar!
Deze drang naar muzikale vernieuwing zal de rest van Miles’ carrière een belangrijk speerpunt blijven. En het is in 1963 dat hij deze vernieuwing letterlijk in werking stelt met het aanstellen van een nieuwe, zeer jonge band (deze groep is later wel ‘The Second Great Quintet’ genoemd), bestaande uit pianist Herbie Hancock (toen 23 jaar oud), bassist Ron Carter (toen 26 jaar oud) en drummer Tony Williams (toen 17 jaar oud!). Deze groep, waarmee Miles Davis vier jaar lang zou blijven spelen, maakte wereldwijd furore door de muzikale vernieuwing die het doorvoerde in samenspel en composities.
Er waren waarschijnlijk veel muzikanten die zich zeer comfortabel zouden voelen in zo’n supergroep en daarmee dan ook de rest van hun leven alleen nog maar met diezelfde mensen willen spelen. Maar Davis dacht daar anders over. Zijn verlangen naar nieuwe vormen van muziek was zo groot dat hij alweer nadacht over zijn volgende groep.
Stilstand is achteruitgang?
I’m gonna stay with the youngsters. When these get too old I’ll get some younger ones. Keeps the mind active
Met de opkomst van elektrische muziekinstrumenten, zoals de elektrische (bas)gitaar en synthesizers, kwamen er ook nieuwe vormen van muziek op, zoals Rock ‘n Roll. Deze stroming werd destijds door het merendeel van het jazz publiek verguisd. Maar Miles Davis zag in dit genre een grote kans op muzikale vernieuwing. (Hij stak ook bijvoorbeeld niet onder stoelen of banken dat hij groot fan was van Jimi Hendrix. Hendrix en Davis hadden zelfs plannen om samen een album te maken, maar Hendrix overleed voordat dit had kunnen gebeuren. Stel je voor wat dat voor album was geweest..!).
In 1969, op zoek naar een nieuw geluid, nam Miles Davis het album ‘In A Silent Way’ op met de zes jaar jongere toetsenist Joe Zawinul en de zestien jaar jongere gitarist John McLaughlin. Met dit album stond Miles wederom aan de wieg van een nieuwe muziekstroming, de jazz fusion. Hij koos er in die tijd ook voor om niet meer traditionele jazzpodia aan te doen, maar ‘double bills’ te doen met rockbands zoals de Steve Miller Band en Neil Young. Hiermee verloor Miles een deel van zijn publiek, maar won er ook nieuwe fans mee. ‘Stilstand is achteruitgang’ zou zomaar het levensmotto van Davis hebben kunnen zijn..
Jaren ’70 en ’80
Gedurende de jaren zeventig van de vorige eeuw blijft Miles experimenteren met elektrische instrumenten, invloeden uit de funk en free jazz, maar ook uit de muziek van componist Stockhausen. Hij neemt in 1972 het album ‘On The Corner’ op, met allemaal muzikanten die gemiddeld 15 tot 20 jaar jonger zijn dan Miles. Waaronder drummers Billy Hart en Al Foster, saxofonist Dave Liebman en de onlangs overleden toetsenist Chick Corea. Het album werd in eerste instantie niet door iedereen positief ontvangen, maar jaren later alsnog geroemd vanwege het progressieve karakter en succesvolle vermenging van verschillende stijlen.
Na een paar jaar afwezigheid vanwege drugs- en alcoholproblemen had Miles in het begin van de jaren tachtig weer een comeback. Hij ontmoet bassist en producer Marcus Miller, die op dat moment 23 jaar oud is en maar liefst 33 jaar jonger dan Miles Davis. Met Miller maakt Miles beroemde platen zoals Tutu en The Man With The Horn waarbij hij gebruik maakt van geprogrammeerde synthesizers en drumcomputers.
Miles’ nalatenschap
Je ziet dat Miles Davis vanaf de jaren zestig steeds jongere muzikanten om zich heen verzamelt. Ruwweg zou je kunnen zeggen dat hij zich met behulp van deze jonge musici iedere tien jaar opnieuw heeft uitgevonden. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat Davis een zeer lange carrière heeft gehad (van 1945 tot 1991), aan de wieg stond van veel nieuwe muziekstromingen en dat hij dus jarenlang relevant bleef door zich altijd te blijven verdiepen in nieuwe vormen van muziek.
Je kunt ook zien dat veel van de muzikanten die Miles Davis op jonge leeftijd rekruteerde, daarna een succesvolle eigen solocarrière hebben gehad. Denk aan Wayne Shorter, Herbie Hancock, John Scofield, Chick Corea, Marcus Miller en nog vele anderen. En ook deze mensen omringen zich tot op heden met jonge musici en zijn nog altijd zeer relevant. Zoals Art Blakey, bekend om zijn samenwerkingen met hele jonge muzikanten, zei: “I’m gonna stay with the youngsters. When these get too old I’ll get some younger ones. Keeps the mind active.”