Een minivarken, stinkdier of dwerggeitje
“Exposeren bij Pouloeuff in 2015 was echt een prachtige kans. Het heeft me een enorme vertrouwensboost gegeven. Ik was net afgestudeerd en ik verkocht er mijn eerste werk. En meteen daarna nog drie bij conceptstore ZevenenZes in Laren, waar Pouloeuff destijds een samenwerking mee had. De expositie bracht me ook ‘n hoop nieuwe contacten wat weer leidde tot een expositie in Museum IJsselstein.”
Relatie mensen en dier
“De relatie tussen mens en dier is een terugkerend thema in mijn werk. ‘Pronkstukjes’ (Pouloeuff 2015) gaat over mensen met bijzondere huisdieren: een minivarken, stinkdier of dwerggeitje. Nog niet eens zo heel lang geleden hadden huisdieren vooral een praktische functie, zoals de hond die het erf bewaakt en de kat die het huis vrij van muizen houdt. Dat is veranderd. Dieren integreren steeds meer in onze leefomgeving en worden bijna een onderdeel van het interieur.
Ik merkte bij mensen thuis wel eens op: ‘Jullie dier kleurt wel heel mooi bij het behang’. Dan kreeg ik terug: ‘Dat is geen toeval hè.'”
Verhaal vertellen
“Als fotograaf moet je de drang voelen om een genuanceerd verhaal te willen vertellen. De serie ‘Horsemen Beyond Paradise’ gaat over een groep jonge Gambiaanse mannen die probeert te verdienen aan de toeristen door op het strand ritjes te paard aan te bieden. Jaarlijks verlaten zij voor vijf maanden hun familie om met hun paarden een tijdelijk bestaan aan zee op te bouwen.
Wij denken bij de toeristenindustrie en dieren al snel aan misstanden. Maar ik zag daar juist het tegenovergestelde. Die paarden zijn voor deze mannen veel meer dan een economisch verdienmodel, ze gaan op een hele liefdevolle manier met de dieren om. Ze slapen tussen de paarden, ’s ochtends voor de dag begint gaan ze met hun paard in zee. Het is een bijna symbiotische relatie tussen mens en dier.”
Ervaring
“Aan een fotoserie gaat altijd veel onderzoek vooraf. Voor ik één foto had geschoten voor Horsemen ben ik eerst, zonder camera, een week lang iedere dag naar de mannen gegaan. Om te zien hoe ze leven en om een band op te bouwen. Ze weten dat ik niet even snel langskom, een paar foto’s maak en weer vertrek. Ik ben meerdere keren teruggegaan naar Gambia om verder te werken aan dit project.
Een keer heb ik vierhonderd foto’s geprint bij de Hema en meegenomen. Die hadden ze niet veel later als een soort moodboard opgehangen. Dat vond ik echt een eer.”
Waardevolle tips
“Mijn belangrijkste advies is: timmer hard aan de weg, doe opdrachten, maar blijf ook altijd veel eigen werk maken. Je autonome werk kan altijd doorlopen. Mensen vragen mij vaak: waar werk je nu aan? Dan is het leuk als je over een project kunt vertellen. En vooral ook: geloof in jezelf. Ik weet, het is niet makkelijk. Zeker omdat je vaak ‘nee’ te horen krijgt als je werk inzendt voor een event of fotofestival.
Laat je daar niet door afschrikken. Het voelt vaak als een persoonlijke afwijzing, maar dat is het niet. Realiseer je dat fotografie subjectief is. De een bejubelt je werk, de ander vindt het minder. Met mijn fotografieclubje hebben we de regel: als je tien keer iets instuurt en er komt één keer iets uit, dan mag je blij zijn. Als je die stelregel aanhoudt, dan kun je een afwijzing iets makkelijker van je afzetten.”