Als een ruzie is bijgelegd worden ze óók ingehuurd
Maite Hontelé is nu twee jaar artistiek leider van het Nationaal Jeugd Jazz Orkest (NJJO). Daarna draagt ze het stokje over. Ook was ze o.a. jurylid van Keep an Eye The Records in 2022.
Je studeerde Latin aan het Conservatorium van Rotterdam. Na de opleiding maakte je je eerste plaat voor de Colombiaanse markt. In Medellín vond je je publiek. In die tijd zei je: “In Nederland waarderen ze wat ik doe maar vóélen ze het niet.”
“Ik leefde toen voor de muziek. In Colombia is salsa overal, het speelt een hele grote rol in het leven van mensen. Ze begrijpen waar de muziek over gaat en waar het vandaan komt. Het was fantastisch om dat gevoel te kunnen delen. En niet alleen op het podium. Overal wordt muziek gemaakt – mensen nemen hun instrument mee en gaan samen op straat spelen. Een huisfeestje waar de muziek veel te hard staat wordt door de buren getolereerd. Muziek is de omlijsting van het samenzijn.”
Mis je dat in Nederland?
“Jazeker, en ook het spontane. Ik vind het nog steeds lastig om vier weken van tevoren af te spreken. In Medellín vraag je op de dag zelf wie er mee gaat naar een optreden. Je hebt daar ook la esquina del mariachi, een soort buurthuis in het centrum van de stad waar alle mariachi bandjes zich verzamelen tot ze worden gebeld om ergens te komen spelen. Dan vertrekken ze in een busje naar een verjaardag, de geboorte van een kind maar ook als een ruzie is bijgelegd worden ze ingehuurd.”
Muziek heeft nu een heel andere plek in m’n leven
De connectie met Latijns-Amerikaanse muziek stamt uit je kindertijd. Raakte salsa je vanaf het allereerste moment dat je de muziek hoorde?
“Dat weet ik niet meer precies. Ik groeide op in een gezin waar veel Latin muziek werd gedraaid. Hierdoor kreeg de muziek voor mij veel waarde. Daardoor kan ik intens voelen bij deze muziek.”
Voor de meeste mensen in Nederland is salsamuziek exotisch. Waarom koos je juist voor deze muziek?
“Salsa is een combinatie van melancholie en vrolijkheid. Je hoort vrolijke ritmes, maar daar zit vaak een melancholische ondertoon onder. Dat spanningsveld is prachtig. En daarnaast is het als trompettist gewoon heerlijk om te soleren over die Latin basis. Salsa gaat niet over ingewikkelde akkoorden maar juist heel erg over je gevoel laten spreken. De verhalen achter de muziek vind ik ook veel interessanter dan wat iemand technisch kan. Mij krijg je niet plat met een virtuoos volmaakte solo. Sterker: dan haak ik vaak af.”
Hoe is zo’n salsastuk eigenlijk opgebouwd?
“Je hebt eerst een intro. Dan het vaak gezongen thema en daarna een zich herhalend achtergrondkoortje. Daar wordt weer op gereageerd door óf de zanger óf de bespeler van blaasinstrument. En je hebt ook solo’s en mambo’s – de riffs die door de blazers worden gespeeld. Soms met een koortje (backing vocal) daaroverheen. In dat tweede deel begint het feest. Dan komt al die energie en gaat het los.”
Die trompet heeft zo’n enorme lading en diepte
Je toenmalige vriend en producer Juancho Valencia vertelde dat muziek je veel voldoening en tegelijk veel frustratie geeft. Je bent een soort ‘slaaf’ van de muziek.
“Ik kan me op geen enkele manier zo goed uiten als op m’n instrument. Die trompet heeft zo’n enorme lading en diepte. Maar om te kunnen ‘spreken’ met het instrument zijn vele jaren oefenen én discipline nodig. Het is echt topsport. Ik moest iedere dag alleen al twee uur trainen om mijn embouchure (hoe je technisch je gezichtsspieren gebruikt) goed te beheersen. Dat is een eindeloze, persoonlijke zoektocht (want iedere mond werkt anders). En als ik een week niet speelde, dan hoorde je dat direct. Dat iedere dag weer opnieuw studeren was ik helemaal zat. Alles stond in dienst van die trompet. Ik kreeg een soort tunnelvisie, het werd saai ook.”
Het klinkt als een veeleisend instrument.
“De trompet is best een heftig instrument. Bij de piano heb je na een week niet spelen misschien een beetje last van roestige vingers maar klinkt het nog wel gewoon goed. Maar die trompet, je moest me na een vakantie echt geen concert laten spelen.”
Met het succes nam ook de druk enorm toe
Daar kwam bij dat je steeds meer verwijderd raakte van wie je was.
“Dat ging over wie ik was op het podium en in de media. Ik was vergroeid met het verhaal dat ik steeds weer vertelde en vergat daarbij wie ik zelf was. Als ik nu naar de platenhoes van mijn album Te Voy a Querer kijk, denk ik: ik was gewoon een poppetje, zó niet mezelf. Het laat wel zien dat ik ergens in was gegroeid en een bepaalde esthetiek was gaan uitdragen die niet bij me paste. Met het succes voelde ik ook de druk enorm toenemen. Ik moest van mezelf steeds beter zijn om op gelijke voet te staan mét al die geweldige musici waarmee ik speelde. Dat kon ik op een gegeven moment niet meer opbrengen. Ik had jarenlang roofbouw gepleegd op m’n lichaam en dat ging niet meer.”
Kon je wel genieten van het werk?
“Heel af en toe. Ik kreeg veel positieve feedback. Adrenaline en dopamine genoeg, maar tegelijk was ik ook héél kritisch op mezelf. Alleen als álle condities goed waren, als het geluid perfect was, de band goed had gespeeld, het publiek enthousiast was en ik helemaal tevreden kon zijn over hoe ik het zelf had gedaan, dan kon ik wel euforisch zijn, maar dat was niet vaak genoeg.”
Wat gebeurde er toen je stopte?
“Op dat moment begon een proces waarbij, zo voelde het, ik eerst heel lang viel, niets om me aan vast te houden. Van het ene op het andere moment waren alle dagelijkse routines van het studeren weg, maar ook de bevrediging van de optredens. De gedachte die overheerste, was: als ik niet meer speel, wie ben ik dan nog? Wat kan ik dan? Ben ik dan nog iets waard? Zeker twee jaar heb ik het echt lastig gehad. Vooral het eerste jaar was heel pittig. Ik had al veel last van chronische hyperventilatie en ook van hartkloppingen en het eerste jaar stond vooral in het teken van het herstellen van mijn lichaam en geest.”
Het was heerlijk om in die kalmte te zitten
Die trompet was dertig jaar lang je leven.
“Precies, ik raakte veel kwijt en tegelijk was er ook echt een opluchting dat ik niet meer dagelijks hoefde te studeren. Het was heerlijk om in die kalmte te zitten. Terug naar de leegte. Terug naar wie ik was zonder een dagelijkse invulling. Daardoor kon ik ook langzaam aan m’n herstel werken. De klachten verdwenen uit m’n lijf, ik kon beter ontspannen. Het was heerlijk om te voelen dat je lijf je dankbaar is voor je keuze. In die periode ben ik terug naar Nederland verhuisd waar ik niet dagelijks word herkend. Dat was ook echt heel fijn.”
Ontdekte je toen ook wat je wél wilde?
“Ik heb de trompet een tweede kans gegeven. Dat werkte gewoon echt niet. Ik werd er helemaal niet gelukkig van. Met de tijd werd duidelijk dat ik echt moest stoppen. Toen ben ik gaan rondkijken naar vacatures om te zien waar ik enthousiast van zou worden. Er kwam een functie vrij als programmeur bij Music Meeting festival in Nijmegen. Dat was echt een fantastische opening.”
Als snel werd je artistiek directeur festival Music Meeting. Dat heb je drie jaar gedaan. Nu ben je als artistiek leider van het NJJO zelfs weer aan het toeren met je trompet.
“Er was een moment dat ik bíj́na al mijn trompetten had verkocht. Dat heb ik gelukkig niet gedaan. De trompet heeft een heel nieuwe plek in m’n leven gekregen. Nu speel ik omdat ik het wil en niet omdat het van me verwacht wordt. Dit is veel gezonder.”
Je was ook een van de juryleden tijdens de award show The Records waarbij drie jazzbands een cd-productie ter waarde van € 10.000,- winnen. Wat vond je van het niveau van de bands?
“Ik was erg onder de indruk. En dan niet alleen over de bands maar ook over de solisten, het samenspel en de composities. Én de sound – ze doen zo veel spannende dingen. Er wordt veel geëxperimenteerd en gespeeld met verschillende muziekinvloeden.”
Soms moet je even uitzoomen
Hoe luister jij als muzikant en jurylid?
“Virtuositeit vind ik niet zo interessant. Iedereen kan hard studeren en een knappe lick spelen. Uiteindelijk gaat het om zeggingskracht: hoe breng je een verhaal over? Heb je het lef om ideeën die in je zitten naar buiten te brengen? Kun je de aandacht vasthouden en het publiek ergens mee naartoe nemen? Als je dat lukt, op wat voor manier dan ook, dan gebeurt er iets. Dat is magie. Op die manier luister ik.”
Magie, is dat te leren?
“De magie is als het instrument het verlengde van je ziel wordt, als je je persoonlijkheid laat horen op het instrument. Dan maakt het niet uit welke stijl het is, want dat hóór je. Je hoort of het waarachtig is wat iemand doet. De muziek moet echt in je lijf voelbaar zijn, dat is waar ik gelukkig van word en het publiek denk ik ook. Om daar te komen, moet je wel eerst die technische basis hebben.”
Had jij, toen je begon, iemand waar je veel van hebt geleerd?
“Chocolate Armenteros (inmiddels helaas overleden) had voor mij een waanzinnige zeggingskracht. Alsof je steeds maar weer z’n hart hoorde spreken. Ik weet dat het een beetje spiritueel klinkt maar zo voelde het voor mij echt. Hoe prachtig is het dat je kunt huilen om muziek? Of dat je er juist enorm vrolijk van wordt? En bij live muziek zie je ook nog wat iemand fysiek inlegt.”
Kun je vrijblijvend luisteren naar muziek?
“Ik ben natuurlijk een vakidioot dus als ik iets hoor wat ik nét niet goed genoeg vind komt vaak dat oordeel om de hoek kijken. Nee, ik ben geen makkelijk publiek. Maar als jurylid ga ik echt niet luisteren of iemand de juiste noten speelt. Daar gaat het ook uiteindelijk niet om.”
Je hebt wel echt talent nodig
Het publiek is ook niet met een verkeerde noot bezig.
“Precies, dan gaat het weer over die magie. Een vrij matige pianist kan het publiek helemaal uit z’n dak laten gaan. Dat is ook de frustratie van een muzikant die wel technisch fantastisch speelt, maar niet datzelfde enthousiasme teweeg kan brengen.”
Wat weegt zwaarder: talent of hard werken?
“Je hebt wel echt talent nodig. Je moet een intrinsiek talent hebben voor ritme, intonatie, sound, het kunnen verbeelden van die sound. Anders zit het er toch echt niet in. Dus ik vind het moeilijk te geloven dat je er alleen met heel hard werken komt.”
Jij coacht ook af en toe musici. In jouw tijd op het conservatorium was er geen aandacht voor de mentale uitdagingen die komen kijken bij het vak.
“Alle topsporters hebben een coach, maar musici vaak niet. Ik coach musici die nog studeren of juist al wat verder in hun carrière zijn. Zelf heb ik dat gemist. Tijdens m’n afstudeertijd was ik enorm onzeker en zoekende. Want jeetje, wat is muziek spelen toch kwetsbaar. En dan gaat het niet alleen over de carrière. Maar ook over welke rol muziek heeft in jouw leven. Is dat in balans met de rest? Zorg je goed voor jezelf? Ben je happy met wat je doet? Soms moet je even uitzoomen. Daar is op conservatoria nu meer aandacht voor. In ieder geval is het 1000% beter dan toen ik studeerde.”
Muziek is niet alleen hun vak
Voor artiesten is muziek niet alleen een vak maar ook hun leven.
“Ja en daardoor denken ze vaak dat ze niks anders kunnen. Terwijl je juist als muzikant heel veel kwaliteiten hebt ontwikkeld. Niet alleen door te excelleren op je instrument maar ook door alles wat er verder bij komt kijken. Vaak vergeten musici dat als ze iets naast de muziek zouden willen doen, dat prima kan met de kwaliteiten die ze hebben ontwikkeld.”
Wat hoop je als artistiek leider van het NJJO de jonge jazzmusici mee te geven?
“Ik hoop dat het een enorm positieve ervaring wordt. Dat ze er gelukkig van worden, wijzer. Dat ze nieuwe connecties leggen. Dat ze zich kwetsbaar durven op te stellen. Dat is niet alleen waardevol voor je als muzikant maar ook als mens. We spelen de mambo en ze spelen echt fantastisch. Vanaf 15 september gaan we op tour in het binnen- en buitenland.”
Wat had je willen weten toen je hun leeftijd had?
“Mijn grootste valkuil is geweest dat ik niet dicht genoeg bij mezelf ben gebleven. Het vergt heel veel moed om dat wél te doen. Dan kun je connecten met mensen. Dan kun je jezelf zijn. Het is mij niet altijd gelukt, maar ik was gelukkig wel in staat om een burn-out te herkennen en daarop te reageren. Ik heb veel geleerd, maar ik zal vast nog een keer met m’n hoofd tegen een muur lopen. Ik herken het nu wel eerder als ik iets doe waar ik niet blij genoeg van word. Het werk bij Music Meeting was fantastisch, maar na drie jaar ben ik gestopt omdat ik vond dat ik te veel achter een laptop zat. Ik durfde het aan om niet voor veiligheid te kiezen en zegde m’n werk op zonder dat ik iets nieuws had. Daardoor kon producer Cees Gog me opbellen met de vraag of ik artistiek leider van het NJJO wilde worden.”