De vakantie zit er op voor Jurgi Persoons. Hij voelt zich opgeladen en vol nieuwe energie. Maar z’n agenda begint al vol te stromen. “Je moet in dit vak heel veel talent, moed, energie en ook gewoon geluk hebben.”
Sinds twee jaar wordt de KABK Fashion Show in samenwerking met de Keep an Eye Foundation georganiseerd. De catwalk, de muziek, de modellen, het feest… Het lijkt één en al glamour, het vak van modeontwerper…
“Voor de buitenwereld lijkt dat misschien zo. Als je het vak van dichtbij bekijkt is het alles behalve glamour. Zo’n modeshow is slechts een momentopname. Het duurt ongeveer 5 minuten. Maar daarvoor ben je uren, dagen, nachten bezig in je atelier. Na de show begint de showroom, de verkoopperiode. Dat is elke keer weer afwachten. Hoe het wordt de collectie ontvangen? Wordt er goed verkocht? Als dat voorbij is ga je weer opnieuw bedenken: hoe ga ik het publiek de volgende keer verrassen en welk vervolg zal ik brengen?”
Dus als de show voorbij is, begin je vrijwel gelijk daarna weer met de volgende collectie?
“De druk is enorm en het tempo hoog, ook al heb je een groot team om je heen. Elk half jaar moet er weer een volledig nieuwe collectie zijn. Voor designers die vrouwen- én mannencollecties maken is dat 4 keer in het jaar. En voor ontwerpers bij de grote merken is dat 6 keer per jaar. Zij moeten ook tussencollecties maken. Dit ritme vraagt heel veel van je. Maar het is ook een prachtig beroep. Het geeft enorm veel voldoening. Het realiseren, het samenwerken, de bijzondere mensen die je ontmoet. Dat maak je een in gewoon mensenleven zelden mee.”
Durf op langere termijn te kijken. Het is in het begin niet evident om in de modewereld een carrière voor je te zien, om iets op te bouwen.
Je gaf eerder les in Chicago en Berlijn, zie je veel verschil met de studenten in Den Haag?
“Als ik naar de studenten kijk is er nauwelijks onderscheid. Ik zie wel een generatieverschil tegenover vroeger. Deze nieuwe generatie overstijgt grenzen. Ze zijn enorm internationaal gericht en dat zal alleen maar sterker worden. Ze reizen de hele wereld over en komen in contact met buitenlandse studenten. Als ik het vergelijk met mijn eigen generatie waren wij veel beperkter in ons blikveld op de wereld. Zeker ook de informatie via internet en social media hebben de wereld heel klein gemaakt.”
Dat zagen we bij de laatste show. Er kwam van alles voorbij. Geen onderwerp werd geschuwd…
“Deze studenten zijn enorm geëngageerd en hebben een open blik. Zowel mode als textiel ontwerpers zijn geïnteresseerd in een zekere problematiek – wat is nú aan de orde. Mode is eigenlijk pas relevant als het een vraag kan stellen of een accuraat verhaal brengt. Die issues kun je vertalen, je kunt ermee experimenteren. Daar is wel veel moed en durf voor nodig. Zo gingen studenten aan de slag met thema’s als duurzaamheid, multiculturele samenleving, milieuproblematiek en ook psychoanalytische problematiek- veel jongeren lijken het nu het moeilijker te hebben dan vroeger.”
Als modeontwerper werd je in de jaren 90 geroemd om je avantgardistische vrouwencollecties. Toch is een goede ontwerper niet altijd een goede docent, wat maakt jou een goede docent?
“Goed punt. Als docent sta je in dienst van de kwaliteit van de opleiding en dus zeker ook van de studenten. Je moet daarom heel goed kunnen communiceren, luisteren en anticiperen met een juiste beslissing. En je hebt heel veel geduld nodig. Verder moet je mee kunnen gaan en openstaan voor het verhaal van de student zodat die het maximale uit zichzelf kan halen. En je moet de juiste adviezen geven zonder de student een richting op te duwen die niet de zijne is.
”Word je vaak verrast door studenten? Dat je denkt dat iemand het niet kan en dat hij toch blijkt te kunnen?
“Absoluut, elke dag. Als ik zie hoe snel studenten dingen oppikken. Hoe ze ergens verder mee aan de slag gaan. Als ik zie hoe studenten zich evolueren, geeft dat de grootste voldoening.”
Jullie stomen de studenten klaar voor allerlei functies in de modewereld, waar komen de studenten terecht?
Hoe verschilt de modeopleiding van de KABK met anderen modeopleidingen in NL?
“Elke opleiding heeft zijn eigen accenten. Den Haag is heel gedegen en klassiek. Echt gericht op het metier, het vak. Hier krijgen de studenten een heel stevige basis in het bewerken van stoffen, bewerkingen, patronen, de technische kant, professioneel presenteren. Het ontwerp dat je in je hoofd hebt op de meest kwaliteitsvolle manier uitwerken. Dat zijn hele klassieke onderdelen die ze kunnen inzetten in functie van vernieuwing.”
Jullie stomen de studenten klaar voor allerlei functies in de modewereld, waar komen de studenten terecht?
“Het gamma is heel breed. Sommige studenten zetten een eigen collectie op. Maar ze kunnen ook perfect functioneren in een commercieel bedrijf of samenwerken in een team. Anderen gaan verder studeren, zich bijvoorbeeld specialiseren of een Master doen. Sommige worden de rechterhand van een ontwerper. Ik probeer ze vooral bij te brengen: be smart and ambitious. Vraag advies. Durf op langere termijn te kijken. Het is in het begin niet evident om in de modewereld een carrière voor je te zien, om iets op te bouwen.”
Wat heb je nodig om een eigen label op te kunnen zetten?
“Enorm veel talent. Maar vooral heel veel moed, heel veel energie, je moet enorm veerkrachtig zijn om ook tegenslagen aan te kunnen. Creativiteit vergt moed’, zei Matisse al. En je hebt ook gewoon heel veel geluk nodig om de juiste kansen te krijgen.”
Wat is je belangrijkste les aan studenten?
“Durven, hard werken, niet bang zijn, samenwerken. Kijk om je heen: er zijn heel veel mensen met heel veel talent die ook voor jou enorm belangrijk kunnen zijn. Word zo snel mogelijk een team. Als ontwerper begint je ontwerpproces in eerste instantie misschien alleen, maar dan komen er steeds meer mensen bij. Jij neemt aanzet en dan komen pr, marketing mensen, fabrikanten, medewerkers,… en vele andere mensen bij en dan moet je goed kunnen samenwerken met een open en flexibele geest. Dat is inspirerend en motiverend. Dan kan er een wereld voor je open gaan.”