In Galerie Pouloeuff is de expo ‘Face Life’ te zien, onderdeel van het Festival-OFF.
Curator van het FotoFestival Naarden Feiko Koster vertelt..
20 mei gaat het Fotofestival van Naarden van start, je zult het vast druk hebben?
“Ja er moet nog veel geregeld worden. Belt een fotograaf: ‘Ik zou 3 juni wat zeggen maar dan moet ik naar Perzië.’ Zo verandert steeds weer iets. Het festival is namelijk veel meer dan de tentoonstelling.”
Wat kunnen we nog meer verwachten?
“Jazzoptredens, Phototalks van internationale fotografen. Discussies tussen oude knarren en jonge honden uit het vak. Er is een heel programma”
Het thema is: Right here, right now. Jullie zijn al een jaar bezig met voorbereiden, dan moet je een glazen bol hebben om te weten wat er nu gebeurt…
“We zijn al na de zomer van vorig jaar bezig met het programma. Toen moesten we inschatten wat nu de actualiteit zou zijn. Van sommige onderwerpen zoals het vluchtelingenprobleem wisten we al: dat speelt over een jaar ook nog.”
Een van de vragen die jullie stellen is: Wat doen we als we met adembenemende schoonheid worden geconfronteerd? Leggen we het vast of genieten we van het moment? Wat doe jij?
“Ik ben geen documentaire fotograaf dus ik ben altijd te laat haha. Ik ga er eerst van genieten, dan pas pak ik mijn camera. Misschien ook omdat ik wat ouder ben.”
Ieder jaar komen er honderden aanmeldingen binnen, waarop selecteren jullie?
“We moeten direct gepakt worden door het beeld. Het verhaal mag het beeld alleen maar sterker maken. Prachtige ideeën of verhalen bij foto’s die niet pakkend zijn vallen af.”
Zie je, in een tijd dat er meer foto’s dan ooit worden gemaakt, nog wel eens werk dat je nooit eerder hebt gezien?
“Ja zeker, ik verbaas me iedere keer weer dat mensen weer iets nieuws bedenken. Alles is al een keer vastgelegd. Maar hóé het is vastgelegd, de invalshoek, is altijd anders.”
Wat maakt een goede foto?
“Waar dat ‘m zit? Waarom is dat ene liedje wel lekker en het andere niet? Er is geen recept voor. Dat is een gevoel, nét dat rafelrandje.”
Als het een gevoel is, dat je niet altijd kunt beredeneren, ben je het dan wel altijd eens met de andere juryleden, jullie zijn met z’n 5-en in totaal…
“Dat is een goeie vraag. Van de 400 inzendingen zijn er 20 waar we het allemaal over eens zijn. Daarna begint het echte cureren: fotografen waarbij je ziet: die heeft potentie. Je gaat naar de website en denkt: waarom heeft ie niet dat andere werk ingestuurd. Daarover ga je dan discussiëren. Zijn het lucky shots? Hoe serieus is de fotograaf? Heeft hij de website professioneel aangepakt? Dan komen uiteindelijk de andere 40 fotografen er uitrollen. Met die selectie zijn we zeker driekwart jaar zoet.”
Wat maakt dit fotofestival anders dan de andere festivals in Nederland?
“Dat het in Naarden-Vesting is maakt het bijzonder. We hebben geen gebouwen maar wel de Grote Kerk, catacomben, de Vesting zelf. Wij kunnen vele verhalen vertellen omdat we zoveel binnen locaties kunnen. En dit festival is heel behapbaar. Tussendoor kun je even op een terrasje zitten, je hoeft niet te rennen om alles te kunnen zien. Je geniet van de omgeving en natuurlijk het Festival-OFF. Sommige fotografen die daar exposeren stromen later door naar het FFN.”
Onderdeel van het Festival-OFF dat tegelijk plaatsvindt met het FFN is de tentoonstelling ‘Face Life’ in Galerie Pouloeuff met het fotografische werk van 5 jonge fotografen. Er is ook muziek. De Keep an Eye Foundation organiseert samen met het Conservatorium van Amsterdam verschillende jazzoptredens. Met bekende (Maarten Hogenhuis) en minder bekende namen (Reflets Trio, Lluc Casares). Kun je daar wat over vertellen?
“We speelden samen met de Keep an Eye al langer met het idee om muziek en fotografie te combineren. Beelden en muziek kunnen elkaar goed aanvullen. Zoals een van mijn favoriete fotografen Benoit Paillé. Hij reist over de wereld in een camper. Hij leeft improviserend, daar past jazzmuziek bij. Er komt een White Cube in de Grote Kerk waar deze optredens te beluisteren én te zien zijn.”
Voor wie is het festival?
“Het zijn allemaal beeldliefhebbers: we maken een spagaat tussen de professional en het grote publiek. Mensen die komen om de beelden en verhalen te lezen kijken toch anders dan de profs. Die willen wat anders zien, iets bijzonders, dieper op het onderwerp ingaan. Dit jaar zijn er voor het eerst geen grote publieksnamen maar wel fantastische fotografen. We willen vooral foto’s laten zien die niet op andere festivals te zien zijn. Zo zie ik soms werk waarvan ik denk: Gaaf! En dan: oh die heeft al in Breda gehangen. We willen nieuwe dingen laten zien”
Kun je alvast een paar tips geven? Wat mogen we echt niet missen?
“Ik heb niet één favoriet. Het meest interessant vind ik fotografen die je een wereld laten zien waarvan we geen weet hebben. Zoals David Chanchellor met de Safari Club: jagers die leven tussen de vele dieren die ze hebben gejaagd. Of Charles Fréger die reisde door Europese landen op zoek naar oude heidense rituelen waarvoor de mensen zich verkleden als beer, geit of stroman. Ik vraag me dan af: waarom deze pakken? Hoe heeft zich dat ontwikkeld? En ook Carla Kogelman kunnen we niet negeren met haar werk van het zwerfhondenprobleem in Curaçao. De overheid doet niets aan het probleem. Mirjam en Gerard wel: zij hebben een huis opgericht voor honden die ziek zijn, gehandicapt of te oud om op straat te wonen. Ogenschijnlijk simpel, maar zij zet het bijzonder goed neer.”