Geen lichting is hetzelfde, hoe zou je dit jaar omschrijven?
“Wat opvalt is dat deze studenten echt goed willen worden in hun vak. Ze hebben een op professionaliteit gespitste mentaliteit. Vroeger zag je nog wel eens dat studenten het maken van film zagen als een vorm van therapie. Dat is gelukkig niet meer zo. Er is nu een groot bewustzijn om een goede vakman te worden. Een eigen signatuur te ontwikkelen. Het einde van de Filmacademie is het begin van hun professionele carrière. En de eindexamenfilm is hun visitekaartje, een proeve van bekwaamheid.”
En dan ben je afgestuurd, aankloppen bij Hollywood?
“Hoewel de Nederlandse filmindustrie klein is, is er in veel richtingen, zoals bijvoorbeeld sound design en visual effects, veel werk. Voor regisseurs en scenaristen, duurt het vaak wat langer voor ze écht aan de slag kunnen, hun eigen film kunnen maken. Dat betekent in het begin vaak buffelen, je netwerk aanspreken. Het heeft niet zozeer te maken met onze kleine filmindustrie. Het is eerder moeilijk om draagvlak te vinden voor jouw ideeën.”
Waarom moet het publiek gaan kijken naar werk van afstudeerders?
“Het werk van deze jonge filmmakers is nog ongepolijst, fris, vol passie en ambitie. Je kijkt niet naar werk van ervaren geroutineerde filmmakers, maar naar studenten die de grenzen opzoeken. Tegelijk zijn zij zich ervan bewust dat er een groot publiek en veel mensen uit het eigen beroepsvak op afkomt. Hierdoor kunnen ze voorzichtiger worden. Al vanaf het eerste moment dat ze op de academie komen stimuleren wij vooral om grenzen op te zoeken. Zo geven we ze de aanzet tot het ontwikkelen van een eigen signatuur die ze daarna zelf, in de praktijk doorontwikkelen.”
Wij leveren als Filmacademie een echte kwaliteitswijn. Maar de afdronk verschilt van jaar tot jaar.”
Dat betekent dat het ook kan mislukken…
“Zeker, daarom tonen we ook niet het werk van de tweede en derdejaars. Want daar gaat het nog vooral om de oefening. Weliswaar op een steeds hoger niveau, maar toch. Je moet ze de veiligheid geven dat grenzen opzoeken goed is. Dat is een constante worsteling.”
Hoe is het niveau tijdens het Keep an Eye Filmacademie Festival?
“Wij stellen een absolute ondergrens maar er is geen bovengrens. Sommige jaren zijn de films heel sprankelend andere jaren wat meer behouden. Waarom? Dat weten we niet altijd precies. Het kan te maken hebben met onderlinge samenwerking in de groep. Je werkt met mensen, het gaat om creatieve processen. Dat gaat steeds weer anders. Vergelijk het met wijn. Wij leveren als Filmacademie een echte kwaliteitswijn. Maar de afdronk verschilt van jaar tot jaar.”
Komt het voor dat afstudeerders door het festival ontdekt worden door filmindustrie/publiek?
“Studenten zijn al heel erg verweven met de filmwereld doordat de docenten op de academie meestal uit het beroepsveld komen.”
Het is nu het zesde jaar dat het festival samen met de Keep an Eye Foundation wordt georganiseerd. Hoe is het door de jaren veranderd?
“Vroeger was het festival in de academie, maar dat werd te klein. De studenten hebben nu een veel groter bereik gekregen. De plek waar we de werken presenteren, EYE, heeft de kwaliteit en uitstraling die past bij het niveau dat we nastreven. Het is eindexamenwerk, maar je kijkt naar hoge kwaliteit. Met de Keep an Eye stand is er sinds vorig jaar ook een ontmoetingsplek bij gekomen. Een plek waar mensen uit het beroepsveld, relaties van Keep an Eye en onze relaties elkaar kunnen opzoeken. Dankzij de samenwerking met de Keep an Eye Foundation heeft het festival zich kunnen ontwikkelen tot een festival van allure, een podium waar jong en creatief talent hun werk aan de buitenwereld laat zien en dat ieder jaar door vele filmliefhebbers én professionals bezocht wordt.