Jong Metropole is een jonge versie van het Metropole Orkest. Een samenwerking tussen het Nationaal Jeugd Orkest (NJO), het Nationaal Jeugd Jazz orkest (NJJO) en het Metropole Orkest. Het eerste jaar was Jong Metropole zo’n succes dat besloten werd om nog zeker 3 jaar door te gaan. Jong Metropole is het enige jeugdorkest waar jazz en klassieke muziek samenkomen. Miranda van Drie, directeur van het Nationaal Jeugd Orkest (NJO): “In het begin is het aftasten: wat is dit voor volk?”
We kennen allemaal natuurlijk het Metropole Orkest, maar hoe introduceer je Jong Metropole?
“Bij het woord ‘Jong’ denken sommige mensen misschien aan kinderen, maar dit zijn 60 jongvolwassen die op super hoog niveau spelen. Het zijn allemaal studenten van de conservatoria, zo tussen de 18 en 26 jaar. Aankomende beroepsmusici die gekozen hebben voor het vak. In alles voel je de sfeer van een jonge club, vol energie, spetterend en vrolijk.”
Jong Metropole ontstond vorig jaar uit de eerste samenwerking met de Keep an Eye Foundation en het Prins Bernard Cultuurfonds. Na de eerste avond werd meteen besloten om nog zeker 3 jaar door te gaan. Wat maakt Jong Metropole zo uniek?
“Er bestaan wel orkesten voor jazz en klassiek afzonderlijk maar nog geen mix van klassiek en jazz voor jonge talenten. We ontdekten al snel dat het twee verschillende werelden zijn die samenkomen. Al bij de eerste repetitie. Die begon om 10 uur. Om tien voor tien zaten de klassieke musici al klaar. Om 10 uur kwamen de jazzmuzikanten binnen. In het begin was het dan ook aftasten: wat is dat voor volk?”
En?
“De jazzmuzikanten zijn wat losser en relaxter, ze spelen meer als een band. In een klassiek orkest gelden (wat) meer regeltjes, maar dat kan ook niet anders als je met 80 man tegelijk speelt.”
Klassieke musici ontdekken het improviseren. Dat leren ze niet op de opleiding en vinden ze soms ook eng
Leren ze veel van elkaar?
“De klassieke musici ontdekken het improviseren. Dat leren ze niet op de opleiding en vinden ze soms ook eng. Maar als ze ertoe worden uitgedaagd, pakken de meesten dat aan. En voor veel NJJO musici is het voor eerst dat ze in zo’n grote setting spelen. Ze ontdekken een andere manier van repeteren en hoe klanken zich tot elkaar verhouden.”
Zitten er muzikanten tussen die doorstromen naar het Metropole Orkest?
“Dat denk ik zeker, er zitten jongens en meiden bij die dat kunnen en de ambitie ook hebben. Het is een combi van talent, discipline, heel hard werken en niks anders willen. Maar ook jezelf zichtbaar maker. Dat is nu belangrijker dan ooit. Jong Metropole is ook een manier om je netwerk op te bouwen en je te onderscheiden op de beroepsmarkt. De scheidslijn tussen muzieksoorten vervaagt steeds meer. Wij willen musici helpen een eigen weg te vinden ongeacht de muziekstijl.”
Vorig jaar dirigeerden Jules Buckley en Martin Fondse, dit jaar is het Christian Elsässer…
“Christian is een heel inspirerende Duitse dirigent. En jong, zeker voor een dirigent. Via het Metropole Orkest zijn we hem op het spoor gekomen. Hij staat erom bekend dat hij goed met jonge mensen kan werken. Bij het Metropole Orkest is iedereen al goed op elkaar ingespeeld. Bij ons komen de muzikanten pas in de zomer bij elkaar. In begin zal het nog even zoeken zijn. Maar die achterstand halen deze jonge muzikanten heel snel in. Die leercurve gaat supersteil omhoog. Iedereen is enorm gedreven om er alles uit te halen in een korte periode. Als de dirigent bij wijze van spreken zegt: het gaat goed, we kunnen wel een repetitie overslaan, dan willen ze door want het kan altijd beter.”
De locaties zijn ook heel bijzonder kun je daar wat over vertellen?
“Het zendgebouw van Radio Kootwijk heeft iets mythisch.”
En waren de locaties eerst alleen in Gelderland, nu gaat Jong Metropole voor het eerst naar de kust?
“Natuurlijk zijn er prachtige concertzalen in Nederland, maar dat kan het hele seizoen al. Daarom zijn de meeste locaties buiten. Dat is echt een andere beleving dan een concertzaal. Zoals het concert tijdens het Grachtenfestival. En we gaan voor het eerst naar Caprera Bloemendaal, dat bekend staat als een van de mooiste openluchttheaters in Nederland. Voor ons is dat ook een heel nieuwe regio: maar we willen op zo veel mogelijk plekken met het Jong Metropole naar buiten treden.”