Als artistieke filosofen pingpongen we met argumenten
Tijdens het Keep an Eye Filmacademie Festival werd de Filmscore Award uitgereikt voor de beste filmmuziek. Je reikte de Award 2019 uit aan Nico Maas. Schoot hij met kop en schouders boven de rest uit?
“Het is een cliché maar het was echt heel lastig. Iedereen heeft z’n kwaliteiten. Dus het is echt appels met peren vergelijken. De vraag is: wat weeg je zwaarder? De één is technisch vreselijk goed maar meer conventioneel, de ander is op artistiek vlak heel origineel maar moet op technisch vlak meer leren. Wie kies je dan? Het is niet simpel punten bij elkaar optellen en er rolt een winnaar uit. Als artistieke filosofen pingpongen we met argumenten en proberen we elkaar te overtuigen. Eigenlijk zouden alle genomineerden met onze discussie moeten kunnen meeluisteren, daar zouden ze veel van kunnen leren.”
Kun je als mastodont in het vak de jonge garde nog wel bijbenen?
“Goh ik ben een oude vent geworden, denk ik wel eens. Dan hoor ik iets en vind ik het niks maar blijkt het veel mensen te beroeren. Dan ga ik er nog eens goed naar luisteren. Soms kun je een stuk pas op waarde schatten als je het vaker hebt gehoord. Ik had een hele conservatieve opa die abstracte kunst helemaal niks vond maar eigenlijk snapte hij niet hoe hij er naar moest kijken.”
Mozart schreef zijn eerste compositie toen hij vijf was, jij was zeven. Jullie waren er allebei vroeg bij…
“Het stelde weinig voor. Ik zat op blokfluit en dacht: die muziek kan ik zelf ook wel bedenken. Dus vanuit het Pippi Langkous idee: ik heb het nog nooit gedaan dus ik zal het wel kunnen, ben ik muziek gaan schrijven. Voor mij is het alsof ik een verhaaltje schrijf maar dan met noten. Zolang ik me kan herinneren kan ik noten lezen. Ik heb wel geluk met een absoluut gehoor: ik hoor een toon en weet welke het is. Ik hoor wat ik schrijf en ik kan schrijven wat ik hoor.”
Het is heel troostrijk dat ook de top met dezelfde onzekerheid tobt
Dus je wist al vroeg dat je componist wilde worden?
“Ik heb altijd componist willen worden en las als kind alle encyclopedieën over muziek. Als puber was ik helemaal weg van West Side Story maar die muziek was best complex. Steeds zette ik die plaat weer op, dus die was snel versleten.”
Wat moet je in je hebben als filmcomponist?
“Je moet een film kunnen lezen, het talent hebben om van beeld en geluid een magische mix te maken. Heb je de Film Amadeus over Salieri en Mozart gezien? Technisch zijn ze even goed maar iedereen kent Mozart. Waar zit het verschil? Ik kan dat niet in woorden uitleggen. Talent is ongrijpbaar: als Pierre Bokma op het toneel staat hang je aan zijn lippen, ook als hij een slechte dag heeft. Dat is ook het mooie van muziek. De wetenschap schiet hier te kort.”
Kun jij een filmscore schrijven met alleen het scenario?
“Ik vind dat je echt op beeld moet kunnen schrijven. Ik heb ooit tijdens een reis een filmscore geschreven op een hotelkamer met alleen het scenario omdat het niet anders kon. Uiteindelijk was de muziek te letterlijk. Ik bekijk een scene soms honderd keer tot die zich nestelt in mijn hoofd. De film moet in je systeem komen. Daarna ga ik er mijn gedachten op loslaten, ouwehoeren op papier. Proberen te voelen wat de bloedsomloop van een scene is. Daar komt dan een muzikaal gestalte uit. Je probeert het in je hoofd uit maar je kunt ook aan de piano zitten om tot iets te komen. De muziek moet niet te aanwezig zijn, maar ook niet te leeg: componeren voor een film is als koordansen. De balans is heel precair. Vaak valt filmmuziek helemaal niet op. Maar als het ontbreekt, kan de emotie in een scène volledig wegvallen.”
En dan mag de regisseur er een oordeel over vellen…
“Het is voor een componist vreselijk eng om de muziek voor het eerst te laten horen. Je werk kan zomaar afgewezen worden. Alle filmcomponisten zijn daar gefrustreerd over. Een filmcomponist zei eens: ik heb al 16 films met Tim Burton gemaakt maar ik heb nog nooit een compliment gekregen. Het is heel troostrijk dat ook de top met dezelfde onzekerheid tobt. Film is een duur medium, tijd voor het voordeel van de twijfel is er niet. Als de regisseur het niks vindt, take your losses. Dan moet je niet in discussie. Dan heb je de plicht om iets te maken wat regisseur wel goed vindt. Het is uiteindelijk een verfijnd samenspel tussen ego en creativiteit en andermans ego en creativiteit.”
De beste ideeën krijg je vaak onder de douche, het is verdomd waar
Kun je een slechte scene goed maken met muziek?
“Dat is hetzelfde als iemand afleiden door te roepen: Hé kijk daar eens! Ik denk het niet. De muziek kan wel iets toevoegen. En als een scene niet goed is, kan de muziek een pleister op de wond zijn. Maar dan moet je oppassen dat de muziek niet te opdringerig is. Dat is ook een balans. Filmmuziek moet je zeker horen, maar als je echt naar de muziek apart gaat luisteren is je focus op de film weg.”
Wat bepaalt succes in het vak?
“In de loop van de tijd leer je: hou vast aan je eerste idee. Er komt altijd een moment dat je daaraan twijfelt. Parkeer die twijfel en ga door. Of je met die twijfel om kunt gaan bepaalt je succes. En volg je bioritme. Ik weet dat ik vroeg moet beginnen en ‘s avonds niet meer tot zo veel kom. En zoals veel mensen zeggen: de beste ideeën krijg je vaak onder de douche, het is verdomd waar.”
Wat is voor jou het grootste compliment?
“Waar ik hekel aan heb is als mensen iets knap vinden. Dat is zo klinisch, daar doe je het niet voor. Ik hoop dat mensen door de muziek mensen diep geraakt worden. Als ik vijf regels op papier zet en mensen moeten huilen dan heb ik mijn doel bereikt. Ook al moeten ze huilen.”