Je begint met een leeg blad en uiteindelijk ligt daar, een jaar later, een nieuwe cd, maar hoe begin je?
“Het was heel spannend, we zijn werkelijk van nul begonnen. We hadden niet verwacht dat we zouden winnen en er was nog niet genoeg muziek voor een nieuwe plaat. We zijn met z’n allen aan de slag gegaan om kleine ideetjes, teksten en melodieën te schrijven en die hebben we later in concrete vorm gegoten. Zo is de muziek beetje bij beetje ontstaan. De albumtitel ‘I want to watch a tree grow’ verwijst ook naar die organische manier waarop de muziek tot stand is gekomen.”
Componeren jullie de muziek altijd samen?
“Dit is eigenlijk de eerste plaat waarbij we alle muziek samen hebben gecomponeerd. Het was een heel verfrissende manier van werken. De muziek van dit album is daardoor rijker geworden.”
Elk nummer is totaal anders, zijn jullie daar bewust mee bezig?
“Elk nummer moet een eigen verhaal vertellen. Meestal hebben we een heel duidelijke richting of een bepaald concept voor ogen. De uitdaging is om al die nummers daarna tot één geheel te verwerken, de volgorde van het album speelt daarom voor ons altijd een grote rol. Ook zijn er op deze plaat enkele thema’s die terugkomen. Zoals ‘Scenario I’ en ‘Scenario II’ die op hetzelfde idee zijn gebaseerd: het ritme wordt bepaald door de puls van een ping-pong bal en de tekst die in het ene stuk gezongen wordt in het Russisch, wordt in de tweede versie gezongen in het Frans. Als je goed luistert kan je op het einde van ‘Scenario I’ ook de Engelse vertaling horen op de achtergrond.”
Voetbal heeft zoveel parallellen met het spelen in een band
Jullie muziek is niet in een hokje te plaatsen, zou je het toch kunnen omschrijven?
“Het lijkt soms alsof dit de grootste moeilijkheid is, een naam plakken op je eigen muziek. Maar als we componeren zijn we helemaal niet bezig met wat voor soort muziek we willen maken, we voegen gewoon alle ingrediënten toe die we denken nodig te hebben om tot een coherent, interessant geheel te komen. Je kan het waarschijnlijk wel een mix van jazz, klassiek en pop noemen, maar daarmee doe je toch een beetje afbraak aan de unieke sound die we met z’n vijven creëren. Eigenlijk moet je gewoon luisteren en dan denk ik ook dat iedereen er iets anders in kan horen.”
Jullie zijn een Lets-Belgische groep, worden jullie beïnvloed door de verschillende culturen?
“Uiteraard zitten die invloeden erin, het is uiteindelijk wie we zijn en waar we vandaan komen. Daarnaast proberen we natuurlijk muziek te maken die over alle grenzen heen gaat, muziek die iets universeels heeft zeg maar.”
Dit is alweer jullie vierde cd. Ging het ontstaansproces anders dan bij de vorige cd’s?
“Deze cd is heel verschillend vergeleken met onze vorige cd’s. Doordat we samen gecomponeerd hebben. En qua manier van opnemen zijn we deze keer weggegaan van het idee dat alles moest klinken als een live concert. We wilden meer experimenteren met de mogelijkheden van de studio om zo voor elk nummer een eigen wereld te maken. Er is zelfs één nummer dat we in de living van de studio hebben opgenomen, gewoon omdat de akoestiek daar perfect paste bij het nummer.”
Inspiratie is altijd iets ongrijpbaars, wat inspireert je en wanneer komt die inspiratie?
“Inspiratie is iets heel grappigs. Het komt meestal op momenten wanneer je ‘t het minst verwacht. Heel vaak gebeurt het dat ik vijf minuten voor ik de deur uit moet, een lumineus idee krijg. Maar ik heb ook veel impulsen nodig om geïnspireerd te raken en probeer dan ook naar veel verschillende soorten muziek te luisteren. Momenteel ben ik bijvoorbeeld helemaal weg van analoge synthesizers en luister ik veel naar artiesten zoals Kaitlyn Aurelia Smith en Suzanne Ciani. Ik ben ook een groot voetbalfan en vind vooral de tactische kant heel inspirerend omdat er zoveel parallellen zijn met het spelen in een band. In voetbal, of in teamsport tout court, heeft iedere speler zijn functie en pas als iedereen goed op elkaar inspeelt wordt het geheel beter dan de som van de delen. Hetzelfde geldt voor muziek.”
Als we twee jaar de tijd hadden gekregen zou het goed kunnen dat we nu pas zouden beginnen
Is een jaar te kort om een cd te maken?
“Een jaar is redelijk kort om een cd te maken, maar als we twee jaar de tijd hadden gekregen zou het goed kunnen dat we nu pas zouden beginnen. Die tijdsdruk heeft ook zijn voordelen en verplicht je om snel beslissingen te maken.”
Wat viel je tijdens het proces mee? Wat ging minder makkelijk?
“In het begin was er toch een soort van stress, we hadden nog niet echt een idee wat deze plaat ging worden. Maar op een bepaald moment moet je er gewoon op vertrouwen dat het in orde komt dan komen de dingen vanzelf. Hoe dichter we bij de opname kwamen hoe meer ik wist dat we echt iets moois en speciaals aan het maken waren.”
Hoe zorg je ervoor dat zoveel mogelijk mensen jullie muziek ontdekken?
“Het internet speelt uiteraard een grote rol. Al onze albums verkopen wij via onze bandcamp website (https://howtownmusic.bandcamp.com/). De bedoeling is om tegen de zomer al onze albums ook op de streaming websites (Spotify, Tidal, Deezer e.d.) te zetten. En verder staan er een aantal concerten gepland in mei en juni 2018 om de nieuwe plaat officieel te releasen.”