Pouloeuff wordt een atelier maar ook: onderdeel van het kunstwerk. De meeste kunstenaars nemen hun werk na een expositie mee naar de volgende galerie. Jij maakt voor iedere plek weer een heel nieuw kunstwerk…
“Ik probeer het werk met de plek te verweven. Ik kom net uit Miami waar iemand vroeg of mijn werk altijd al onderdeel van het gebouw was. Dat is een groot compliment. Voor ik aan de slag ga met een installatie ben ik heel lang op de plek. Ik onderzoek wat werkt. Ik neem stukken materiaal mee. Fotografeer iedere hoek. Het is een soort componeren. Je laat het werk groeien tot het een eigen logica krijgt.”.
Je werk oogt oncontroleerbaar. Het werk lijkt een heel eigen leven te leiden. Als een groep rupsen die een boom kaal eten…
“Ik laat het werk steeds verder groeien, het versmelt met de omgeving, maar er ontstaat ook frictie in het vertrouwde beeld van die ruimte.
Wanneer je dat punt bereikt?
“Daar is altijd lastig de vinger op te leggen. Neem de Trappentoren van het Centraal Museum Utrecht. Je ziet daar honderden fragmenten die langzaamaan één beeld worden. Het werk leidt je als het ware de toren in, naar boven. Door omhoog te lopen vang je steeds weer een glimp op van het werk. Net als je het niet verwacht verschijnt het werk opeens weer op een andere plek. Het stopt niet.”
Een nietig dingetje, maar in het geheel krijgt het een soort organische structuur
Van een afstand zie je niet dat je werk gemaakt is van alledaagse materialen…
“Vaak verandert je indruk van het werk als je dichterbij komt. Zoals een installatie die ik maakte voor het TextielMuseum. Op het eerste gezicht lijkt het een soort organisme, als je dichterbij komt zie je dat het gemaakt is van vilt en kunststof bladvangers voor regenpijpen. Een nietig dingetje, maar in het geheel krijgt het een soort organische structuur.”
Tijdens Spacemakers in Pouloeuff ga je aan de slag met 5 kunstenaars. Hoe gaan jullie te werk?
“We duiken eerst in het eigen werk van de kunstenaars. Ik ben vooral nieuwsgierig naar waar ze nu mee bezig zijn. Hoe werken ze? Wat zijn hun ideeën? Waar willen ze naartoe? Ze kunnen ook bestaand werk opknippen of relateren aan het werk van de andere kunstenaars. Zo ontstaan nieuwe dingen op alle vlakken. Ze moeten vooral uit hun comfortzone stappen. En daar kan de ruimte aanleiding voor zijn. Stel je bent schilder. Moet je je werk dan altijd op een doek schilderen?”
Uit je comfortzone stappen. Doe jij dat nog vaak, als gevestigde kunstenaar?
“Iedere keer weer. Toen ik uitgenodigd werd door het TextielMuseum kwam ik in contact met een totaal nieuwe wereld. Ik wist helemaal niks van stof. Dan wil je een werk maken, maar weet je niet hoe je dat moet aanpakken. Door samen te werken met de experts van het TextielMuseum, kon ik nieuwe mogelijkheden ontwikkelen. In het begin mislukte alles, dat brengt juist weer heel veel nieuwe dingen teweeg.”
Dit wordt de eerste expositie in Pouloeuff waarbij het werk niet aan de muur hangt of in de vitrinekast staat…
“Werk hoeft niet altijd op een sokkel te staan of aan de wand te hangen. Misschien kiezen we wel voor de ‘niet ruimtes’. Dat je aan de slag gaat met de ruimtes waar je nooit op afloopt. Pouloeuff is natuurlijk niet heel groot, maar er valt genoeg te ontdekken. Misschien is juist de hoek van de vensterbank wel interessant? Of de kelder. We gaan op zoek naar die onverwachte plekken.”
Er moet ook tijd zijn om dingen te laten mislukken
Een maand is kort…
“Een maand is veel te kort. En er moet ook tijd zijn om dingen te laten mislukken. Maar omdat de kunstenaars als het ware in een hogedrukpan zitten kunnen ze ook in een korte tijd veel doen.”
Wat hoop je ze bij te brengen?
“Ik hoop veel plezier. Dat ze in een flow komen. Waarin ze nieuwe dingen ontdekken, hun blikveld op werk en mogelijkheden vergroten. Het kan zijn dat ze even heel intens aan iets werken. Daarna verdwijnt het weer. Dat is ook goed.”
Je maakt prachtige kunstwerken, maar jonge kunstenaars begeleiden vraagt weer andere vaardigheden. Hoe pak jij dat aan?
“Je kunt aan iemand vragen over wat hij of zij wil laten zien met het werk. Zie ik dat ook als ik naar het werk kijk? Ik kan ze natuurlijk niet vertellen hoe ze iets moeten doen, maar ik kan ze wel de juiste vragen stellen.”
Hoe maak je zichtbaar wat je wil laten zien?
“Ik denk dat iemand je kan helpen om nieuwe mogelijkheden te zoeken.”
Het publiek ziet een kunstwerk in wording…
“Hoe het gaat worden is aan de groep. Ze hebben allemaal totaal verschillende ideeën, stijlen, ruimtelijk en tweedimensionaal. Hoe dat samen een tentoonstelling kan worden? Ik sta er open in. Het leuke is: pas aan einde weten we hoe het heeft uitgepakt.”