Met tweede AIR Pastoe zeker naar grote hoogte

24-11-2022
Voor een twintiger heeft Ricardo van Eyk (1993) al een aardige staat van dienst. Daar komt begin december een duo-expositie in het Centraal Museum in Utrecht bij. Ook de Hoge School voor de Kunsten Utrecht lijfde hem in, als artist in residence voor AIR Pastoe. AIR Pastoe wordt mogelijk gemaakt door Keep an Eye.
Foto: Kristel Geerts Foto: Kristel Geerts

Volg Air Pastoe:
< TERUG   VERDER >
NAAR ALLE BERICHTEN > 


Een fantastische, direct herkenbare Ricardo van Eyk

Vanaf eind november installeert Van Eyk zich voor zes maanden in de Pastoe fabriek. ‘Het wordt interessant voor mij, maar moet interessanter zijn voor de studenten.’

Schijn bedriegt ook bij Ricardo

Ricardo van Eyk zit ontspannen rokend op een oude leren bank in zijn werkruimte aan de Utrechtse Nijverheidsweg. Schijn bedriegt echter. Binnen twee weken opent een overzichtstentoonstelling van hem in Hengelo (Wolvecampprijs) en op 2 december moet ‘alles’ af zijn voor de expositie in Centraal Museum Utrecht (met collega en HKU-alumna Janine van Oene). ‘Het is een hectische tijd. Voor Hengelo kan ik een soort best of uit bestaand werk samenstellen, maar voor Centraal Museum Utrecht moet ik echt nog veel doen. Ik werk de laatste tijd meer ruimtelijk en ben voor het Centraal Museum bezig met iets wat is geënt op de verbouwing van Hoog Catharijne. Ken je die panelen voor de gesloten winkels, met die typische digitale tekeningen van hoe het er na de renovatie zal uitzien? De bedoelde aantrekkelijkheid van zo'n beeld moet het bouwproces onttrekken aan de blik van de voorbijganger... wat juist de menselijke nieuwsgierigheid aanwakkert naar wat er achter de schermen gebeurt. En in mijn geval heeft het ook inspiratie gegeven voor nieuw, meer ruimtelijk werk.’

In de periode waarin Van Eyk bij HKU in de Pastoe fabriek te vinden is, staan zijn ontmoetingen met studenten centraal. Zijn expositie in het Centraal Museum kan zo’n ontmoeting voeden en is daarom potentieel excursie-materiaal. ’De ontmoetingen kunnen verschillende vormen aannemen: spontane gesprekken, het bekijken en bespreken van werk dat studenten op Pastoe maken, het gezamenlijk bezoeken van een tentoonstelling, een les bijwonen van een gastdocent die ik uitnodig. Ik denk dat het de eerste weken vanwege drukte een beetje improviseren wordt, maar daarna zal ik drie vaste dagen op mijn stek bij Fine Art zijn.’

Nog niet uit de mouw geschud

‘Tijdens de paar gastdocentschappen die ik deed, verraste het me steeds weer dat iedere student zijn interesses probeert te vertalen in de kunsten en een eigen benadering zoekt. Daar steek ik natuurlijk ook wat van op. Andersom hoop ik dat studenten wat van mij kunnen leren en dat ik toegankelijk voor ze ben. Ik ben geen docent; die hiërarchie is er niet en maakt het contact hopelijk informeel. Het mooie is volgens mij dat ik nog niet heel lang ben afgestudeerd en wel al tamelijk professioneel bezig ben. Tegelijkertijd ben ik ook nog zoekende en beeldend in ontwikkeling, wat herkenbaar is voor studenten. Ik ben geen gearriveerd kunstenaar die al vijf jaar lang met vaste regelmaat een fantastische, direct herkenbare ‘Ricardo van Eyk’ uit zijn mouw schudt.’

‘Wat voor studenten ik hoop te treffen? Studenten met ontdekkingsdrang. Ik merkte zelf in het derde jaar dat ik iets te pakken had, toen ik de foto’s van de publieke ruimte begon te maken en dingen op zijn plek vielen. Dat was zo te gek - hopelijk ervaren studenten iets vergelijkbaars en belanden ze in een soort roes. Dat hoeft natuurlijk niet op HKU of tijdens mijn residency te gebeuren; ik hoop gewoon dat studenten zoiets te pakken krijgen en kan het er in ieder geval met ze over hebben.’

Blik, zonder beeldbank

Een goede kunstenaar is volgens Van Eyk obsessief met iets bezig. Hij vond zijn fascinatie dus in de publieke ruimte en heeft die haast in zijn DNA opgeslagen. ‘Ik haal nog steeds veel inspiratie uit dingen die ik in de buitenruimte zie, maar hoef die niet per se vast te leggen. Op een gegeven moment is die blik er. Ik heb mijn beeldbank er niet meer bij nodig. De beelden hebben zich in me genesteld en dienen zich ook aan als ik binnen in mijn atelier ben.’